BSH keurt windgebieden in Duitse Noordzee met gezamenlijk vermogen van 1.880 MW goed
Het Duitse Federaal Maritiem en Hydrografisch Agentschap (BSH) heeft de 2e verordering windenergie op zee (WindSeeV) uitgevaardigd. Hiermee heeft het nieuwe gebieden geschikt verklaard voor de verdere ontwikkeling van offshore windparken met een mogelijk totaal vermogen van 1.880 MW.
De 2e WindSeeV voert de Wet windenergie op zee (WindSeeG) uit. De vaststelling van de geschiktheid van de gebieden is een voorwaarde voor de aanbesteding van gebieden voor offshore windenergie in de Duitse Exclusieve Economische Zone (EEZ) van de Noordzee door het Bundesnetzagentur. Het gaat om de gebieden N-3.5, N-3.6 en N-7.2.
Het gebied N-7.2 ligt 85 km ten noordwesten van de Oost-Friese eilanden. Op een oppervlakte van 58 vierkante kilometer kunnen daar windturbines met een vermogen van 980 megawatt worden geïnstalleerd. De aanbesteding voor dit gebied staat gepland voor dit jaar. De windturbines moeten in 2027 in bedrijf worden genomen.
De gebieden N-3.5 en N-3.6 liggen ongeveer 40 km ten noorden van de Oost-Friese Eilanden. In deze gebieden kunnen windturbines met een gezamenlijk vermogen van 900 megawatt worden geïnstalleerd. De gebieden zullen in 2023 worden aanbesteed en geveild. Vanaf 2028 moet daar windenergie worden opgewekt op een gebied van ongeveer 120 vierkante kilometer.
Doelstelling verdere ontwikkeling offshore wind in Duitsland
De in december 2021 getekende coalitieovereenkomst van de nieuwe Duitse regering bevat ambitieuse doelstellingen voor offshore windenergie. Tot nu toe was het doel om in 2030 een offshore windenergievermogen van 20 GW te bereiken. Dit doel werd verhoogd naar 30 GW. De verdere groei voorziet 40 GW t/m 2035 en 2045 zal een offshore windenergievermogen van 70 GW bereikt zijn.
Eind 2021 was 7,8 GW offshore windenergievermogen in Duitsland operationeel, Daarnaast was al voor projecten met in totaal 2,2 GW vermogen de investeringsbeslissing genomen en projecten met in totaal 1,9 GW vermogen hadden al een toezegging voor de netaansluiting.
Het BSH is verantwoordelijk voor veilingen van de zeegebieden met bestemming ‘windenergie’. Volgens het actuele veilingsplan zou nog 7,8 GW vermogen t/m 2030 geveild worden. Maar dit is niet voldoende om de in de coalitieovereenkomst vastgelegde doelstelling van 30 GW te halen. Daarvoor is een verhoging met 9,4 GW t/m 2030 noodzakelijk.
De op dit moment voor windenergie gereserveerde zeegebieden zijn voldoende om de nieuwe doelstelling voor 2030 en 2035 te halen. Voor de doelstelling van 70 GW in 2045 is het nodig dat additionele zeegebieden de bestemming ‘windenergie’ krijgen.
Category: Wereldwijd