Súdwest-Fryslân neemt besluiten over kleine windturbines in het buitengebied
Tijdens de eerste raadsvergadering van 2025, heeft de bestuursraad van Súdwest-Fryslân planologisch ingestemd met het plaatsen van maximaal twee kleine windturbines bij bestaande agrarische bedrijven, hulpbedrijven en recreatieve bedrijven in het landelijke gebied.

Erfmolens in Friesland
In september 2024 heeft Provinciale Staten van Fryslân de 1e wijziging van de Omgevingsverordening Fryslân vastgesteld. Met deze wijziging zijn de plaatsingsmogelijkheden voor een kleine windturbine verruimd. Naast bestaande agrarische bedrijven kan een kleine windturbine nu ook worden toegestaan bij bestaande hulpbedrijven landelijk gebied en bij bestaande (niet kleine) recreatieve voorzieningen, in het landelijk gebied. Daarnaast mogen nog nieuw te plaatsen kleine windturbine maximaal 25 jaar blijven staan. Het college wil meegaan in deze beleidswijziging.
Onder een hulpbedrijf landelijk gebied wordt verstaan ‘een bedrijf dat in overwegende mate (meer dan 50%) goederen en diensten levert aan agrarische bedrijven en/of waarvan de activiteiten bestaan uit het beheer of onderhoud van bijvoorbeeld natuurgebieden of oppervlakte wateren’. Onder een recreatieve voorziening valt ‘een dag-recreatieve voorziening, een kampeerterrein, een complex recreatiewoningen of een jachthaven met een recreatieve functie, niet zijnde een kleinschalige recreatieve voorziening’.
Het plaatsen van een kleine windturbine bij bedrijven die voldoen aan de definitie van een hulpbedrijf landelijk gebied of een recreatieve voorzieningen is echter in strijd met het omgevingsplan Súdwest-Fryslân. Een kleine windturbine waarvan de plaatsing in strijd is met het omgevingsplan, moet afzonderlijk voor advies worden voorgelegd aan de raad.
Dit kan worden voorkomen door eenmalig planologische instemming te verlenen voor alle toekomstige aanvragen voor kleine windturbines die voldoen aan de beleidsregels toetsingskader kleine windturbines Súdwest-Fryslan’. Aan het plaatsen van een kleine windturbine kan medewerking worden verleend middels een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, de zogenoemde BOPA.
Tijdens de vergadering heeft de raad besloten in te stemmen. Daarnaast nam de raad afgelopen vrijdag (31 januari) een motie aan waarin ze oproepen om de provinciale regels aan te passen zodat alle bedrijven in het buitengebied een kleine windturbine mogen neerzetten. Het college had eerder al tegen het hierboven genoemde gewijzigde beleid van de provincie een zienswijze ingediend met een verzoek om het toestaan van een kleine windturbine bij alle bedrijven in het landelijk gebied toe te staan en niet te beperken tot hulpbedrijven landelijk gebied en recreatieve voorzieningen. De provincie is hier toen niet in meegegaan maar gaf wel aan dat in het kader van het opstellen van de provinciale energievisie wel naar een mogelijke verdere uitbreiding van de plaatsingsmogelijkheden zal worden gekeken.
Kijk hier de vergadering terug.
Category: Kleine Windmolens, Windenergie