Windenergie goed voor 28% van aandeel hernieuwbare energie in totale energieverbruik in 2022
Het aandeel hernieuwbare energie was 15 procent van het totale energieverbruik in 2022. In 2021 was dit 13,0 procent. 28 procent komt uit windenergie. Dit blijkt uit voorlopige cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Vandaag is de publicatie Hernieuwbare energie in Nederland 2022 verschenen. De meeste hernieuwbare energie in 2022 komt uit biomassa, 40 procent. 28 procent van de hernieuwbare energie is afkomstig uit windenergie en 22 procent uit zonne-energie. Buitenluchtwarmte en bodemenergie, meestal benut met een warmtepomp, droegen samen 7 procent bij. Waterkracht en aardwarmte droegen gezamenlijk 3 procent bij.
In 2022 is 47 miljard kWh elektriciteit geproduceerd uit windenergie, waterkracht, zonne-energie en biomassa. Dat is 40 procent van het totale elektriciteitsverbruik. In 2021 was dit aandeel 33 procent. De productie van elektriciteit uit zon nam met 46 procent toe. Dit is de grootste relatieve stijging voor 2022, maar ook in absolute zin is de elektriciteitsproductie uit zon het hardst gegroeid met ruim 5 miljard kWh. De productie van windturbines (gecorrigeerd voor de hoeveelheid wind) nam in 2022 met 13 procent toe; de groei van de capaciteit van het windmolenpark in Nederland was 14 procent. Voor de elektriciteitsproductie uit biomassa is een daling van 19 procent te zien.
Cijfers windenergie
Het opgestelde vermogen voor windenergie is in 2022 toegenomen en stond einde jaar op 8.831 megawatt; eind 2021 was dit nog 7.769 megawatt. De elektriciteitsproductie (genormaliseerd) is in 2022 met 13 procent gestegen naar 21,6 miljard kWh. Wind op zee was in 2022 goed voor 39 procent van de totale elektriciteitsproductie uit wind.
Wind op land
De groei in opgesteld vermogen is grotendeels te danken aan de toename van capaciteit op het land, die met 18 procent groeide en eind 2022 goed was voor 6.261 megawatt. Hiermee werd uiteindelijk het doel van 2020, om 6.000 megawatt aan wind op land te realiseren, gehaald. De meeste windmolens staan in Flevoland en in de kuststreek.
Offshore wind
Op zee is er in 2022 voor 110 megawatt aan windturbines bijgeplaatst, waarmee het totaal op 2.570 megawatt uitkomt. In 2023 worden er naar verwachting twee grote nieuwe windparken op zee geopend: het Hollandse Kust Zuid (1,5 GW) en Hollandse Kust Noord, kavel V (0,8 GW). In juni 2022 heeft het kabinet aangegeven 21 gigawatt opgesteld vermogen van windturbines op zee te willen realiseren rond 2030 (Rijksoverheid, 2022c).
In 2022 zijn vergunningen uitgegeven voor een nieuw windpark op de locatie Hollandse Kust West (1,4 GW) aan Ecowende (kavel VI) en Oranje Wind Power II (kavel VII). De bouw hiervan start naar verwachting in 2023. Er komen ook kavels vrij op de locaties IJmuiden Ver (4 GW) en Ten Noorden van de Waddeneilanden (0,7 GW). De tender voor de eerste kavels van IJmuiden Ver zal nog in 2023 plaatsvinden.
Voorlopige cijfers
De cijfers over 2022 zijn op basis van de voorlopige cijfers zoals gepubliceerd op StatLine in juni. Lees hier het volledige rapport. In december zullen de cijfers over hernieuwbare energie definitief worden vastgesteld met een update van de tabellen in StatLine.
Category: Windenergie