Bouw gestart van drijvend offshore windpark Hywind Tampen
Het Noorse energiebedrijf Equinor is gestart met de bouw van Hywind Tampen, het in april 2020 door de overheid goedgekeurde offshore windpark met drijvende fundamenten. Het windpark zal eind 2022 operationeel zijn en dan het grootste drijvende windpark in de wereld zijn.
De locatie van het windpark is ca. 140 km pal westelijk van de Noorse Noordzeekust en ca. 190 km noordwestelijk van Bergen. De waterdiepte op de locatie varieert tussen de 260 en 300 meter.
Het windpark wordt ten midden van vijf olie- en gasplatforms geplaatst: Snorre A en B en Gullfaks A,B en C. De door Hywind Tampen opgewekte stroom zal worden afgenomen door deze vijf platforms. Daarmede kan ca. 35% van het jaarlijkse stroomverbruik worden gedekt.
Geplaatst worden 11 Siemens Gamesa offshore windturbines van het type
SG8,0-167 DD (8,0 MW vermogen, 167 m rotordiameter, Direct Drive). Het park zal een gezamenlijk vermogen hebben van 88 MW.
De drijvende betonnen fundamenten hebben een cylindrische vorm met enorme afmetingen: ca. 90 m lengte met een diameter van 15 m. Aan de bovenkant van de cylinder waar de mastvoet wordt geplaatst is de diameter met 10 m iets kleiner. De cylinder wordt gevuld met 5 500 ton ballast uit vast materiaal en in de resterende ruimte komt zoveel zeewater dat de bovenkant van de cylinder de gewenste hoogte boven het zeespiegel heeft.
De investeringskosten worden op 5 miljard NOK (450 miljoen Euro) geraamd. Equinor ontvangt een bijdrage van 2,3 miljard NOK (209 miljoen Euro) van de overheid. Verder wordt het project met 566 miljoen NOK (51 miljoen Euro) van het Business NOX Fund gesteund.
Category: Drijvende windenergie, Wereldwijd