Raad van State wijst herzieningsverzoek onherroepelijke inpassingsplan Windpark Bommelerwaard-A2 af
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in een uitspraak een verzoek tot herziening van het onherroepelijk inpassingsplan voor Windpark Bommelerwaard-A2 afgewezen.
Windpark Bommelerwaard-A2 bestaat uit drie windturbines tussen de A2 en het spoor richting Den Bosch, ten zuiden van Zaltbommel. De Duitse fabrikant Nordex heeft drie van zijn N117-windturbines geleverd. Deze hebben een ashoogte van 120 m, een rotordiameter van 117 m, een tiphoogte van 180 m, en een nominaal vermogen van 3,675 MW elk. De bouw werd vorig jaar afgerond. Een van de windturbines is een dorpsmolen waarin bewoners hebben kunnen investeren. De initiatiefnemer van het windpark is Windpark Bommelerwaard-A2, dat bestaat uit vijf lokale grondeigenaren en Windunie.
Bij besluit van 4 juli 2018 hadden provinciale staten het inpassingsplan vastgesteld voor dit windpark. Een omwonende (appelante) had al eerder tegen het inpassingsplan vergeefs beroep ingediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Hij heeft de provincie gevraagd om het plan alsnog te herzien. Hij beroept zich op het arrest van het Europese Hof van Justitie in de zaak Nevele en de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak in de zaak van Windpark Delfzijl van juni 2021. Op grond van de zaak Nevele zou voor provinciale staten de verplichting bestaat om het onherroepelijke inpassingsplan te herzien. Provinciale staten stellen dat het Nevele-arrest geen betrekking heeft op onherroepelijke inpassingsplannen. Onderliggend stellen provinciale staten dat het inpassingsplan niet rechtstreeks verwijst naar de windturbinebepalingen. Volgens provinciale staten is zelfstandig beoordeeld of de normen uit de windturbinebepalingen in de concrete situatie ruimtelijk aanvaardbaar zijn. Nog meer subsidiair stellen provinciale staten dat bij een eventuele belangenafweging de verschillende belangen om het onherroepelijke inpassingsplan niet te herzien zwaarder wegen dan de belangen om het onherroepelijke inpassingsplan wel te herzien. Het verzoek werd daarom afgewezen.
De man is het niet eens met de afwijzing en is daartegen in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Die heeft de zaak op 15 mei 2023 op zitting behandeld. Volgens de Afdeling ging het in het Nevele-arrest over een vergunning die nog niet onherroepelijk was. Naar het oordeel van de Afdeling hebben provinciale staten het verzoek om het inpassingsplan te herzien terecht beoordeeld. De Afdeling wijst het verzoek af. Lees hier de gehele uitspraak: Raad van State
Category: Onshore windparken, Windenergie