Equinor en SSE verkopen 20% belang in Dogger Bank A & B aan Eni
Het Italiaanse energiebedrijf Eni neemt een 20% belang in fase A & B van het Britse Dogger Bank offshore windpark. Met deze kooptransactie met een waarde van 450 miljoen euro maakt het bedrijf een eerste stap in de Noord Europese offshore windmarkt.
Eni, waarvan 30% van de aandelen in handen is van de Italiaanse Staat, is traditioneel een energiebedrijf voor gas en olie. Maar intussen heeft Eni ook concrete doelstellingen voor de opbouw van duurzaam vermogen: 5 GW in 2025 en meer dan 55 GW in 2050. De 480 MW van Dogger Bank draagt hieraan bij.
Het Dogger Bank offshore windpark is op 50/50 basis in het bezit van het Noorse energiebedrijf Equinor en het Britse energiebedrijf SSE (Scottish and Southern Energy). Het windpark wordt in 3 fases ontwikkeld: A, B en C met elk 1,2 GW vermogen. Deel A en B wordt met in totaal 2,4 GW gezamenlijk gerealiseerd.
De kooptransactie van Eni heeft betrekking op 20% van het totaal van deel A en B. Vorige week hebben Equinor en SSE hiervoor financial close bereikt. Dat betekent dat het aandeel van Equinor en SSE aan deel A en B verminderd van 50% naar 40%. Deel C blijft onveranderd op 50/50 basis in handen van Equinor en SSE en wordt later als apart project gerealiseerd.
De verwachting is dat de eerste van in totaal 190 Haliade-x 13 MW windturbines van GE, in 2023 (deel A) en 2024 (deel B) operationeel zijn. SSE is verantwoordelijk voor het project in de bouwfase en Equinor in de operationele fase.
Category: Wereldwijd