Equinor en Vårgrønn nemen deel aan Noorse tender voor drijvende offshore windenergie
Foto: Øyvind Gravås/Woldcam – Equinor ASA
De Noorse energiebedrijven Equinor en Vårgrønn hebben een samenwerkingsovereenkomst getekend om gezamenlijk een aanvraag voor te bereiden en in te dienen bij de Noorse autoriteiten voor de ontwikkeling van drijvende wind in het Utsira Nord-gebied.
In juni 2020 heeft het Noorse Ministerie van Petroleum en Energie het zeegebied Utsira Nord bestemd voor offshore windenergie. Gezien de waterdiepte is Utsira Nord uitsluitend geschikt voor windturbines met drijvende fundamenten. Utsira Nord heeft een oppervlakte van 1.010 km2 en ligt ca. 45 km ten westen van de stad Haugesund. De tender voor Utsira Nord is sinds januari 2021 geopend.
Vårgrønn
Al bij haar oprichting in november 2020 heeft Vårgrønn de intentie bekend gemaakt aan de tender voor drijvende offshore windenergie in het Noorse zeegebied Utsira Nord deel te willen nemen. Het bedrijf wil in 2030 1 GW geïnstalleerd vermogen bezitten en exploiteren.
Vårgrønn is een door het internationaal opererende Italiaanse energiebedrijf ENI geleide joint venture. Naast ENI zit de Noorse investeringsmaatschappij Hitec Vision in de joint venture. HitecVision en Eni werken al lang samen via Vår Energi – het grootste, onafhankelijke olie- en gasbedrijf in Noorwegen, en een partner in het Hywind Tampen drijvende offshore windproject.
Equinor’s ervaring met drijvende offshore wind
Equinor heeft al veel ervaring opgedaan met het drijvende funderingsconcept Hywind. De Hywind fundering bestaat uit een reuze cylinder met een diepgang van 85 – 90 m en een diameter van 14 – 15 m. Aan het uiteinde boven wordt de diameter kleiner en is aan de waterlijn nog 9 – 10 m. De cylinder is beneden met ballast gevuld en heeft een waterverplaatsing van 12 000 ton.
2009 is Equinor begonnen met een Hywind Demo project: plaatsing van één Siemens offshore windturbine met 2,3 MW vermogen op de Hywind fundering in 220 m diep water. De locatie was in het Noorse zeegebied ten westen van de stad Karmoy.
In 2017 volgde Hywind Scotland, een project met 5 Siemens offshore windturbines met 6 MW vermogen op een locatie in de Schotse Noordzee 29 km uit de kust van Peterhead.
In 2022 is Hywind Tampen gepland. Het gaat om een project met 11 Siemens Gamesa offshore windturbines van het type SG8,0-167DD (8 MW vermogen, 167 m rotordiameter, Direct Drive) met in totaal 88 MW vermogen. De windturbines worden centraal geplaatst t.o.v. 5 olieplatforms (Snorre A en B en Gullfaks A, B en C). Hywind Tampen kan ca. 35% van het jaarlijkse stroomverbruik van deze olieplatforms opwekken. De locatie heeft een waterdiepte van 260 – 300 m met een afstand naar de Noorse westkust van 140 km. De bouw is in oktober 2020 gestart.
Dit is niet de eerste keer dat Equinor en Eni samenwerken op het gebied van offshore windenergie. Beide bedrijven realiseren een zeer groot offshore project op de Dogger Bank met 3,6 GW vermogen.
Sorlige Nordsjo ontwikkelgebied
Naast het ontwikkelgebied Utsira Nord werd ook het zeegebied Sorlige Nordsjo II aangewezen voor duurzame energieopwekking. Sorlige Nordsjo is een zeegebied van 2.591 km2 dat ca. 225 km zuidwestelijk van de stad Kristiansand ligt, vlak tegen de zeegrens met Denemarken aan. In Sorligo Nordsjo kunnen vaste en drijvende fundamenten worden toegepast. De gecombineerde capaciteit van beide zeegebieden is geraamd op 4,5 GW.
Category: Drijvende windenergie, Wereldwijd
