2013: 3 miljard euro SDE + beschikbaar

| 11 december 2012

Om de doelstelling van 16% duurzame energie in 2020 te halen stelt het kabinet in 2013 een budget van 3 miljard euro beschikbaar via de regeling Stimuleringsregeling Duurzame Energie+ (SDE+). Met het oog op continuïteit worden slechts beperkt wijzigingen aangebracht die de efficiëntie van de SDE+ verbeteren. De SDE+ gaat open op 4 april 2013. Op verzoek van ondernemers wordt de regeling ruim voor de openstelling eind januari gepubliceerd. Dat schrijft minister Kamp van Economische Zaken (EZ) in een brief aan de Tweede Kamer.
De systematiek van de SDE+ blijft in 2013 gehandhaafd:

  • één integraal budgetplafond;
  • een maximum basisbedrag van 0,15 euro per kWh voor duurzame elektriciteit, 1,035 euro per Nm3 voor groen gas en 41,7 euro per GJ voor duurzame warmte;
  • gefaseerde openstelling;
  • de vrije categorie.

Wel voert Kamp een aantal aanscherpingen door om de efficiëntie en effectiviteit van de SDE+ te vergroten.

Winddifferentiatie
Windprojecten op een windrijke locatie hebben een lager basisbedrag nodig dan projecten op een windarme locatie, omdat ze meer vollasturen kunnen draaien. Op verzoek van de Tweede Kamer gaat Kamp binnen de kaders van de SDE+ winddifferentiatie toepassen. Vanaf 2013 geeft de minister windenergie de gelegenheid om te kunnen concurreren in de SDE+ door te differentiëren naar het aantal vollasturen in de vrije categorie.

Geothermie
In 2012 konden duurzame warmte projecten voor het eerst meedingen voor SDE+. Bij de ingediende geothermieprojecten is het afgelopen jaar gebleken dat het vermogen van de installatie in de aanvraag sterk afhankelijk is van de grondlagen van de locatie. Indieners van subsidieaanvragen kunnen dit gemakkelijk overschatten. Dat zou kunnen leiden tot overstimulering en onnodig budgetbeslag. De Europese Commissie maakte hierover ook een opmerking in haar beschikking, waarin zij de SDE+ goedkeurde. Bij de beoordeling van de subsidieaanvragen in 2012 is het aangevraagde vermogen na overleg tussen aanvragers, Agentschap NL en TNO aangepast. Dit proces ging gepaard met aanzienlijke uitvoerings- en administratieve lasten.

Daarom schept Kamp vanaf 2013 meer duidelijkheid door de maximale subsidiabele productie vast te stellen op het niveau dat wordt geadviseerd door ECN en DNV KEMA, met ondersteuning van TNO. Daarnaast stelt de minister een categorie open voor projecten, waarbij dieper geboord wordt dan 2.700 meter. Voor deze projecten is een hoger basisbedrag berekend. Ook voor deze categorie stelt Kamp de maximale subsidiabele productie vast op het geadviseerde niveau.

Klik hier voor de brief openstelling-stimuleringsregeling-duurzame-energie-2013

Bron: Min. van EZ

 

Category: Bedrijven, Electriciteit, Groene energie, Overheid, Subsidie, Windenergie, Windmolens, Windparken, Windturbines

Reacties zijn gesloten.