Onderhandelaarsakkoord voor de Noordzee gepresenteerd
Op maandag 10 februari is het Onderhandelaarsakkoord over de Noordzee gepresenteerd. Door de verschillende deelnemers in het Noordzeeoverleg was hier een overeenstemming over bereikt. Het Akkoord wordt nu door het kabinet aangeboden aan de Tweede Kamer waarna nog een consultatieperiode in eigen kringen tot en met 31 maart 2020 plaatsvindt. Hierna hoopt het Noordzeeoverleg een definitief akkoord te bereiken.
Het Noordzeeoverleg is ontstaan op verzoek aan de overheid van de verschillende stakeholders op de Noordzee om afspraken vast te leggen over het gebruik van de Noordzee. De Noordzee wordt reeds druk gebruikt en met het Klimaatakkoord en de daaruit vloeiende plannen voor grootschalige windontwikkeling op zee ontstaat er frictie tussen natuur-, voedsel- en energievoorziening. Het motto van het Onderhandelaarsakkoord is: extra mijlen voor een gezonde Noordzee. Het akkoord moet ertoe leiden dat de verschillende belangen van de Noordzeegebruikers worden behartigd met respect voor de ecologie.
In het Akkoord staan plannen voor de komende 10 jaar beschreven met een verkenning voor de periode erna. Zo bevat het onder andere een afspraak te onderzoeken of geplande ruimte voor windparken in het zuidelijk deel van de Noordzee niet open zouden kunnen blijven en eerder zou kunnen worden begonnen met de bouw van windparken in het noordelijk deel van de Noordzee. Dit zou de druk op de ecologische ruimte in het zuiden verminderen en relevante visgronden openhouden.
Het Rijk stelt € 200 miljoen aan additionele middelen beschikbaar waarvan het grootste deel (119 miljoen euro) is bestemd voor de uitvoering van de kottervisie, de herstructurering en verduurzaming van de kottervloot. Daarnaast komt 12 miljoen euro beschikbaar voor een veilige doorvaart van de aan te leggen windparken, 14 miljoen euro voor de versterking van het toezicht op de Noordzee ter uitvoering van het akkoord en tenslotte € 55 miljoen voor extra monitoring en wetenschappelijk onderzoek en natuurherstel.
De afspraken in dit akkoord moeten de basis vormen voor de Strategische Agenda voor de Noordzee 2030 en het programma Noordzee 2022-2027 en tevens de relevante beleidsdocumenten van het ministerie van EZK zoals de routekaart windenergie op zee na 2030. Alle deelnemers verplichten zich wederzijds aan een loyale medewerking bij de uitvoering van de afspraken van het Akkoord. De verschillende partijen hebben tot en met 31 maart de tijd om het Akkoord aan hun achterban voor te leggen.
Vanuit de Nederlandse windorganisitie NWEA kwam gisteren al een eerste reactie. Voorzitter Hans Timmers zegt hierover: “Het vandaag gepresenteerde voorstel is een goede basis om verder mee aan de slag te gaan. Wel is er op een aantal punten nog zorgen binnen onze achterban. Specifiek worden al genoemd (1) de uitvoerbaarheid van de voorgestelde afspraken, (2) de aanpassing van de wet & regelgeving en (3) dat de kosten voor medegebruik te veel bij de sector terechtkomen. Daarom zijn wij ook blij met de expliciete steun van het Rijk om sectoren als visserij en natuur te ondersteunen via een transitiefonds. Want wij als windsector – nog volop in ontwikkeling – kunnen die kosten niet voor onze rekening nemen.”
Deelnemende partijen aan het Noordzeeoverleg
Aan het Noordzeeoverleg doen rijksoverheid, energiesector, visserij, natuurorganisaties en de brancheorganisatie van zeehavens mee. Vanuit de rijksoverheid zijn dit de ministeries van IenW, EZK, en LNV. Vanuit de energiesector: NWEA, NOGEPA, EBN, TenneT. De samenwerkende partners in de visserijsector zijn vertegenwoordigd door VisNed en de Nederlandse Vissersbond. De natuurorganisaties die deelnemen zijn Stichting de Noordzee, WNF, Greenpeace, Natuur en Milieu en de Vogelbescherming Nederland. Tenslotte doen de brancheorganisatie Zeehavens mee. Ook Natuurmonumenten ondersteunt het Onderhandelaarsakkoord. Het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving (OFL), met Jacques Wallage als voorzitter, begeleidde het Noordzeeoverleg.
Category: Windenergie