RVO publiceert Monitor Wind op Land 2014-2020
RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) publiceerde deze week de Monitor Wind op Land 2014-2020. Dit rapport geeft een overzicht van de ontwikkeling van zeven jaar wind op land.
Van 2014 tot en met 2020 heeft RVO jaarlijks de voortgang van windenergie op land gepresenteerd in de Monitor Wind op Land. RVO doet dit in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De monitor geeft zowel de ontwikkeling van de bouw van nieuwe windturbines als innovaties weer.
Totaal geplaatst vermogen en aantal windturbines
In 2014 was duurzame energie verantwoordelijk voor 10% van de totale elektriciteitsverbruik. Wind op land nam hier 4,6 % aandeel in. In 2020 groeide dit naar 8,8 %. Volgens het rapport is het totaal aantal geplaatste windturbines op land gestegen van 1954 in 2014 tot 2112 in 2020. Het geplaatste vermogen steeg van 2579 MW naar 4177 MW over dezelfde periode.
Daarmee is de doelstelling van 6000 MW in 2020, zoals afgesproken in het Energieakkoord, niet gehaald. Per 31 december 2020 is 2783 MW vermogen in voorbereiding. Volgens de voorspelling wordt de doelstelling van 6000 MW in 2023 gehaald (6665 MW).
Ontwikkeling in omvang en opbrengsten
Vanaf 2014 zijn de windturbines hoger geworden en hebben zij een grotere rotordiameter gekregen. De tiphoogte nam toe van 144 meter naar 187 meter, de rotordiameter van 94 meter naar 123 meter, terwijl het vermogen van 3 MW naar 3,8 MW groeide in de periode van 2014-2020.
Door deze ontwikkeling is de elektriciteitsproductie per windturbine fors gestegen: van 8.1 GWh naar 12,9 GWh in 2020.
Ontwikkelingen natuurbescherming
Vogels en vleermuizen kunnen tegen de windturbine aanvliegen. Uit onderzoek blijkt dat vleermuizen alleen vliegen bij specifieke weersomstandigheden en dat moderne vogelradarinstallaties helpen bij het vroegtijdig signaleren van vogeltrek. Door windturbines stil te zetten tijdens die specifieke momenten, vliegen minder vogels en vleermuizen tegen de windturbine en wieken aan.
Ontwikkelingen geluid
De afgelopen jaren zijn de windturbines groter geworden. Deze leveren meer op, maar draaien langzamer rond dan kleinere molens. Tegelijkertijd zijn er innovaties geïmplementeerd, waardoor het geluid van een windturbine vrijwel niet toeneemt. Zo kunnen bijvoorbeeld de wieken worden voorzien van ‘uilenveren’, die ervoor zorgen dat er minder geluid wordt geproduceerd. Dit maakt dat een grotere windturbine dus niet per sé meer geluid maakt dan een kleinere windturbine.
Ontwikkelingen luchtvaartverlichting
Windturbines en andere hoge bouwwerken zijn verplicht uitgerust met luchtvaartverlichting om botsingen te voorkomen. Om te zorgen dat de lampen op een windturbine niet onnodig branden zijn twee nieuwe systemen ontwikkeld. Het eerste systeem zorgt ervoor dat de lampen alleen fel branden als het weer en het zicht slecht is. Ook mogen de lampen ’s nachts vastbrandend zijn in plaats van knipperend. Daarnaast wordt gewerkt aan het wettelijk mogelijk maken van naderingsdetectie. Dit houdt in dat vliegtuigen in de buurt van de windturbine gedetecteerd worden. De lampen gaan dan alléén branden wanneer een vliegtuig of helikopter dichtbij is.
Kostprijs Elektriciteit uit Windenergie
Tussen 2014 en 2020 is de kostprijs van windenergie op land met 42% gedaald van € 89 naar € 52 per MWh. De daling van de kostprijs heeft ertoe geleid dat er minder subsidie nodig is om windenergie op land rendabel te exploiteren.
Windparkontwikkelaars
Naast commerciële ontwikkelaars raken partijen als energiecoöperaties, agrariërs steeds vaker betrokken bij de ontwikkeling van windparken. In de afgelopen 7 jaar is het coöperatief opgesteld vermogen aan windenergie gestegen van 71 MW in 2014 naar 230 MW in 2020.
Zie de volledige infographic. Bron: RVO
Category: Windenergie