Extra SDE+ subsidie voor windarme regio’s
In de SDE+ 2015 wordt subsidiedifferentiatie voor windenergie op land ingevoerd. Hierdoor krijgen molens in windrijke gebieden minder subsidie per kWh dan molens in gebieden waar het minder waait. Op basis van een windkaart die is opgesteld door het KNMI zijn alle gemeenten in Nederland ingedeeld in vier windregimes met verschillende gemiddelde windsnelheden. (Red: kaart wordt later toegevoegd). Dat schrijft minister Kamp van Economische Zaken in antwoord op vragen vanuit de Tweede Kamer.
Resultaat van deze wijziging in de SDE+ is enerzijds dat oversubsidiëring van projecten in windrijke gebieden wordt tegengegaan. Anderzijds worden rendabele projecten mogelijk gemaakt in gebieden waar het minder waait, waardoor het bereik van de SDE+ regeling groter wordt. Dit laatste is van belang in verband met de afspraak tussen het Rijk en de provincies om voldoende ruimte te creëren voor wind op land, teneinde in 2020 voor 6000 megawatt capaciteit aan windmolens op land te realiseren.
De windfactor, een correctiefactor voor windenergie op land, bedoeld om het risico van afwijkende lage producties van een windproject in jaren met minder dan gemiddelde wind af te dekken, komt in de SDE+ 2015 te vervallen, met uitzondering van projecten die gebruik maken van de overgangsregeling voor winddifferentiatie. Nieuwe windprojecten kunnen met ingang van 2015 evenals andere technieken in het kader van de SDE+ banking toepassen. Deze verandering heeft tot gevolg dat windprojecten meer dan tot nu toe worden gestimuleerd om de energieproductie zoveel mogelijk te maximeren.
Bron: Ministerie van Economische Zaken
Category: Beleggen, Groene energie, Onderhoud, Onshore windparken, Overheid, Subsidie, Wereldwijd, Windenergie, Windturbines