Noordzeelanden bespreken realisatie ambitieuze offshore wind doelstellingen
Ministers en hoge regeringsvertegenwoordigers van de negen “Noordzee-landen” hebben maandag in Dublin de EU-Commissie ontmoet. Zij hebben tijdens deze North Seas Summit een verklaring aangenomen met nieuwe, ambitieuze doelstellingen voor de ontwikkeling van offshore windenergie.
De landen waar het om gaat zijn België, Ierland, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland, Noorwegen en Zweden. Deze negen landen hebben zich ertoe verbonden tegen 2050 260 GW of meer aan offshore windenergie te bouwen, met tussentijdse doelstellingen van 193 GW tegen 2040 en 76 GW tegen 2030.
Dat is 85% van de huidige EU-doelstelling van 300 GW aan offshore windenergie tegen 2050 en 17 keer meer dan de huidige totale capaciteit aan offshore windenergie in de EU.
De aankondiging volgde op de recente Esbjerg verklaring, waarin België, Denemarken, Duitsland en Nederland zich ertoe verbonden gezamenlijk 150 GW te ontwikkelen in hun respectieve Noordzeegrenzen.
Aandacht voor de toeleveringsketen
Tijdens de bijeenkomst spraken ze over de specifieke kenmerken van de manier waarop die hoeveelheden moeten worden bereikt, en besteedden daarbij bijzondere aandacht aan de verbetering van de Europese toeleveringsketen voor offshore windenergie.
Een van de drie belangrijkste pijlers van de REPowerEU-agenda van de Europese Unie, haar energiebeleidsreactie op het Russische conflict in Oekraïne, is een snellere inzet van hernieuwbare energiebronnen. Een van de meest kosteneffectieve en schaalbare binnenlandse energiebronnen is windenergie op zee.
De Europese toeleveringsketen voor windenergie heeft het echter moeilijk. Bedrijven worden geconfronteerd met onverwachte moeilijkheden door de economische gevolgen van het conflict in Oekraïne, COVID19 leveringsproblemen en hoge energie- en transportprijzen. Het huidige scenario, waarin alle vijf Europese turbinefabrikanten verlies lijden, kan niet blijven duren en moet zo snel mogelijk worden veranderd.
De paneldiscussies tijdens de top waren toegespitst op het vinden van oplossingen om te garanderen dat Europa offshore windenergie van wereldklasse blijft produceren. De deelnemers aan de discussie waren het erover eens dat niet-prijsgebonden elementen in veilingen moeten worden opgenomen om het beste veilingontwerp voor offshore windenergie te bepalen. De NSEC-ministers verzochten de Europese Commissie haar voorgenomen richtlijnen inzake niet-prijsgebonden criteria snel vrij te geven. Negatieve biedingen werden ook algemeen beschouwd als de verkeerde methode voor het veilen van offshore windenergie.
De NSEC-ministers maakten overduidelijk dat een aantal obstakels, waaronder een gebrek aan arbeidskrachten en infrastructuur, een agressieve groei van offshore windenergie in de Noordzee in de weg staan. Europa zal minstens 6,5 miljard euro moeten uitgeven om zijn havenfaciliteiten te verbeteren. En het heeft meer goed opgeleid personeel nodig om zijn offshore winddoelstellingen te halen. Momenteel zijn 77 000 Europeanen werkzaam in de offshore windenergie. Dit aantal kan tegen 2030 oplopen tot 200 000. Jonge mensen moeten door de Europese Unie en haar lidstaten worden aangemoedigd om een beroep in offshore windenergie uit te oefenen. Zij moeten ook zorgen voor voldoende studie- en opleidingsmogelijkheden om de nodige technische kennis bij te brengen.
Gezamenlijke planning en internationale initiatieven
Belangrijk is dat de NSEC-landen willen samenwerken om het Noordzee-offshorenetwerk tot stand te brengen. Het komende jaar zullen zij ENTSO-E bijstaan bij de ontwikkeling van een alomvattende strategie voor de ontwikkeling van het offshorenetwerk voor 2050. Dit zal baanbrekende internationale initiatieven en zogenaamde hybride offshore windparken omvatten.
In de volgende herzieningen van hun afzonderlijke nationale energie- en klimaatplannen zullen de Noordzeelanden één nieuw NSEC-hoofdstuk creëren om de essentiële grensoverschrijdende samenwerking inzake offshore windenergie te verbeteren.
In overeenstemming met de REPowerEU-doelstelling van de Europese Unie hebben zij ook beloofd de goedkeuring van offshore windprojecten te versnellen. In deze situatie werd een zeebekkenbenadering van maritieme ruimtelijke ordening belangrijker geacht dan de voorkeurslocaties voor offshore-windenergie.
Category: Wereldwijd