Spanje sluit openbare raadpleging voor ontwerp-routekaart offshore wind
Spanje wil tussen 1 en 3 GW aan drijvende windenergie realiseren tegen 2030. Dit blijkt uit de ontwerp-routekaart voor de ontwikkeling van offshore windenergie en mariene energie in Spanje waarvoor de openbare raadpleging onlangs is gesloten.
De routekaart is gepubliceerd door MITECO, de Spaanse ministerie voor ecologische overgang en de demografische uitdaging. De routekaart bevat 20 actiepunten om van Spanje een belangrijke Europese referentie te maken voor technologische ontwikkeling en onderzoek en ontwikkeling (R&D) op het gebied van hernieuwbare energiebronnen in het mariene milieu, met name drijvende windenergie, en om de waardeketen te versterken van de nationale industrie.
50 GW aan windcapaciteit waarvan 1 tot 3 GW aan drijvende wind
Het Nationaal Geïntegreerd Energie- en Klimaatplan (PNIEC) voorziet in een capaciteit van 50 GW aan geïnstalleerde windenergie tegen 2030, waarbij zowel onshore als offshore windparken in aanmerking worden genomen. Spanje heeft momenteel ongeveer 27,5 GW geïnstalleerd onshore windvermogen. Het rankt daarmee de vijfde positie ter wereld, na China, de VS, Duitsland en India, zo bericht het Ministerie.
Offshore wind is in Spanje nauwelijks ontwikkeld vanwege de grote diepte van de territoriale wateren waar windparken met vaste fundaties niet haalbaar zijn vanaf een diepte van 50 meter. Spanje speelt echter wel een rol in de opkomende drijvende oplossingen voor offshore windparken. Zeven projecten zijn Spaans, zoals het BlueSATH project. Het is ook het Europese land met de meeste R&D-faciliteiten voor drijvende windenergie en andere offshore energie, zoals het Oceanic Platform of the Canary Islands (PLOCAN) en het Biscay Marine Energy Platform (BiMEP) of het Experimental Area for the Use of Marine Energies in Punta Langosteira (La Coruña), het op één na grootste testveld ter wereld voor golfslagenergie.
Rekening houdend met de stand van de drijvende technologie wordt in de routekaart als streefcijfer voor deze technologie 1 à 3 GW tegen het einde van het decennium genoemd. Evenzo wordt met de routekaart beoogd tegen 2030 40 tot 60 MW aan pre commerciële duurzame offshore energie, zoals golf- en getijdenenergie. offshore energie te installeren.
Vier doelstellingen
De Routekaart streeft vier doelstellingen na met het oog op 2030, welke zijn uitgewerkt met 20 specifieke actielijnen. Zo wil Spanje:
1. zich vestigen als Europees R&D-referentiepunt voor het ontwerpen, opschalen en demonstreren van nieuwe technologieën, door de bestaande testplatforms te versterken en de beste en snelste omgeving te bieden voor het testen van nieuwe prototypes. Daartoe zal tussen 2021 en 2023 ten minste 200 miljoen aan overheidsmiddelen worden geactiveerd in het kader van het plan voor herstel, transformatie en veerkracht (PRTR).
2. een internationale benchmark zijn op het gebied van industriële capaciteiten, het genereren van een waardeketen en hoogwaardige werkgelegenheid gedurende de gehele levenscyclus van de technologieën, het optimaliseren van de logistieke voorwaarden en het begeleiden van bedrijfsinitiatieven, altijd met het oog op een circulaire economie. De nadruk zal worden gelegd op synergiën met sectoren die in het land reeds een voortrekkersrol spelen, zoals de scheepsbouw- en de staalindustrie of de ervaring met windenergie op het land. Zo zullen onder meer de behoeften aan haveninfrastructuur worden geëvalueerd, waarbij de investeringsbehoeften worden geraamd op 500 tot 1.000 miljoen euro.
3. Een geordende uitbouw van installaties voor hernieuwbare energie, met name windparken, met een duidelijke en voorspelbare regelgeving voor drie kernelementen: ruimtelijke ordening, aansluiting op het net en bedrijfsmodel. Zo kan de vergunningsprocedure voor nieuwe projecten pre-kwalificatiefasen en een concurrerend aanbestedingsmechanisme omvatten om per geval de meest geschikte projecten vast te stellen.
3. duurzaamheid integreren als centrale pijler in de ontwikkeling van offshore hernieuwbare energiebronnen. Zo zullen de installaties systemen integreren om het marine milieu te monitoren. Hiermee moet de instandhouding van het milieu worden vergemakkelijkt en de kennis over de impact van de verschillende activiteiten worden vergroot waardoor verbeteringen kunnen worden doorgevoerd.
Om de uitvoering van de routekaart te vergemakkelijken zijn er, naast de eerder genoemde 200 miljoen voor R&D, tal van financieringsprogramma’s, zowel Europees als nationaal,, terwijl andere mogelijkheden, zoals de uitgifte van groene obligaties, kunnen worden opgenomen. Bron: MITECO
Category: Wereldwijd