Wind op land kent grootste stijging in één jaar tot nu toe

| 13 mei 2022

2021 kende de grootste stijging van wind op land in één jaar tot nu toe. De windprojecten die in dat jaar zijn opgeleverd, hebben een totaal vermogen van 1.109 MW. De verwachting is dat Nederland eind 2023 in totaal 6.190 MW aan windvermogen heeft. De doelstelling uit het Energieakkoord wordt hiermee behaald. Dit blijkt uit de nieuwe monitor Wind op Land die jaarlijks verschijnt.

Het Rijk en provincies zijn, als onderdeel van het Energieakkoord (2013), een nationale doelstelling overeengekomen van 6.000 MW operationeel vermogen wind op land in 2020. Omdat deze doelstelling eind 2020 niet is gehaald, zijn er aanvullende afspraken gemaakt voor de periode tot 2023, het zogenaamde versnellingspakket.

De Monitor Wind op Land geeft jaarlijks een overzicht van de stand van zaken en de voortgang van windprojecten in Nederland. De monitor is opgesteld door Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), met input van onder andere het Rijk, provincies, gemeenten en marktpartijen.

Eindstand 2021

Eind 2021 was in Nederland 5.286 MW opgesteld vermogen wind op land operationeel. Dat is 1.109 MW meer dan eind 2020, toen nog 4.177 MW vermogen wind op land gereed was. Daarnaast zijn veel projecten ver gevorderd. In 2021 zijn de projecten met een SDE-beschikking goed voor in totaal 1.730 MW netto, waarvan voor 1.370 MW de vergunningen onherroepelijk zijn. Van deze groep is voor 900 MW de bouw inmiddels begonnen.

Bron: Monitor Wind op Land 2021 (RVO)

Belangrijkste conclusies

De belangrijkste conclusies uit de monitor Wind op Land 2021 zijn:

  • De windprojecten die in 2021 op land zijn opgeleverd, hebben een totaal vermogen van 1.109 MW. Dit is de grootste stijging in één jaar tot nu toe.
  • Veel windprojecten in aanbouw zijn eind 2023 ook gerealiseerd. Dit levert nog eens een windvermogen van 904 MW op.
  • De verwachting is dat Nederland eind 2023 dan 6.190 MW aan windvermogen heeft. De doelstelling uit het Energieakkoord om 6.000 MW wind op land te realiseren, wordt hiermee eind 2023 behaald.
  • Het vermogen uit windparken en zonnepanelen op land bij elkaar opgeteld, draagt ook bij aan het behalen van de versnellingsafspraak. Hierbij is afgesproken om het tekort aan windvermogen in 2020 volgens de doelstelling uit het Energieakkoord in 2023 te verdubbelen.
  • De verwachting is dat windprojecten op land vanaf eind 2023 een gemiddelde productie van 18,5 TWh per jaar aan windvermogen opleveren. Hiermee draagt windenergie op land voor meer dan 50% bij aan de nationale doelstelling uit het Klimaatakkoord: de opwek van 35 TWh hernieuwbare (duurzame) energie op land.
  • Door een uitspraak van de Raad van State over de algemene regels voor windturbines (2021) is een groot aantal projecten in voorbereiding vertraagd of (tijdelijk) stilgevallen. Er wordt nu gewerkt aan landelijke normen voor windturbines. In de tussentijd kunnen gemeenten en provincies zelf lokale normen vaststellen bij het afgeven van nieuwe vergunningen.

Bron: Monitor Wind op Land 2021 (RVO)

Grote verschillen tussen regio’s

Om de resultaten van de monitor wind op land beter te kunnen verbinden met de doelstellingen uit het Klimaatakkoord en de RESen zijn in de Monitor Wind op Land 2021 naast het opgesteld vermogen (MW) per provincie ook de (verwachte) producties in TWh per provincie weergegeven én een overzicht van beide per RES-regio.  Het valt op dat er grote verschillen zijn tussen regio’s. Bij projecten met SDE(+)(+)-subsidie laat de monitor daarnaast de verwachte productie per project zien, op basis van windrapporten. Tot slot geeft de monitor een overzicht van de verwachte opwek (TWh) per RES-regio.

De Monitor Wind op Zee 2021 is te downloaden op de website van RVO.

Tags: , , , , ,

Category: Windenergie

Reacties zijn gesloten.