Equinor’s Hywind Tampen drijvende offshore windpark levert eerste stroom

| 16 november 2022

Foto: Karoline Rivero Bernacki / Equinor ASA

Op 13 november j.l. leverde het drijvende offshore windpark Hywind Tampen de eerste stroom aan de Noorse Gullfaks A olie- en aardgasplatform in de Noorse Noordzee.

Van de geplande 11 Siemens Gamesa offshore windturbines SG8.0-167 DD (8,0 MW vermogen, 167 m rotordiameter en Direct-Drive aandrijfsysteem) zijn op dit moment 7 geïnstalleerd met in totaal 56 MW vermogen. De resterende 4 windturbines met een gezamenlijk vermogen van 32 MW zullen zo snel mogelijk volgend jaar geplaatst worden wanneer de weersomstandigheden dat toelaten. Al met het huidige vermogen van 56 MW is Hywind Tampen de op dit moment grootste drijvende offshore windpark in de wereld.

De locatie van Hywind Tampen is in de Noorse Noordzee in het midden van de drie Gullfaks- en de twee Snorre olie- en aardgasplatforms. Het doel van Hywind Tampen is de gedeeltelijke vervanging van de stroomopwekking met gasturbines. Na volledige plaatsing van de 11 geplande windturbines kan ± 35% van het stroomverbruik van de vijf olie- en gasplatforms door windstroom worden gedekt. De plaats van Hywind Tampen met een waterdiepte van 250 – 300 m is ca. 175 km noordwestelijk van Bergen.

De windturbines zijn geplaatst op drijvende Spar Boei fundamenten. Een Spar Boei fundament bestaat uit een grote betonnen cilinder met een lengte van ca. 90 m en een diameter van 15 m. Aan de bovenkant waar de mastvoet wordt geplaatst is de diameter met 10 m iets kleiner. De cilinder wordt met 5 500 ton ballast gevuld. Verder wordt in de cylinder zoveel water gepomd dat de bovenkant met de gewenste hoogte uit het water komt. Op de plaats van bestemming wordt de Spar Boei met staalkabels in de zeebodem verankerd.

De investeringskosten voor het windpark zijn geraamd op ca. 500 miljoen Euro (5,7 miljoen Euro/MW vermogen). Enova, een Noorse staatsbedrijf ter ondersteuning van milieuvriendelijke opwekking van energie, ondersteunde de financiering van het project met 230 miljoen Euro en de financieringsbijdrage van de Noorse NOx – fonds was 57 miljoen Euro.

De projectontwikkeling is in handen van Equinor. Partners bij het project zijn Petoro (Noors staatsbedrijf voor het beheer van olie- en aardgaslicenties), OMV (Oostenrijkse multinational voor olie-, aardgas- en petrochemische producten), Vår Energi (Noorse producent van olie en aardgas), Wintershall DEA (Duitse producent van olie en aardgas) en INPEX Idemitsu Norge (dochter van INPEX Corporation, de grootste Japaanse producent van olie en aardgas).

Tags: , , , , ,

Category: Drijvende windenergie, Wereldwijd

Reacties zijn gesloten.