Lacune in Octrooiwet mogelijke bedreiging voor Nederlandse wind-innovaties op zee
Nederland staat bekend om haar innovatieve kracht. Op het gebied van windenergie is dat niet anders. Met name op zee worden de komende jaren voor vele gigawatts aan vermogen geplaatst. Innovatie speelt een grote rol om de kosten van wind op zee te drukken. Maar hoe goed zijn de Nederlandse technische innovaties die betrekking hebben op windenergie op zee eigenlijk beschermd?
Walter Hart, partner Nederlands & Europees Octrooigemachtigde bij EP&C, adviseur en dienstverlener in de bescherming van Intellectueel Eigendom, wil een waarschuwing uitsturen naar die bedrijven en organisaties die zich bezighouden met technische innovaties die gericht zijn op toepassing in de offshore windindustrie.
Offshore wind geen natuurlijke rijkdom
De Rijksoctrooiwet 1995 geeft bedrijven met technische innovaties de kans deze innovaties via een octrooi te beschermen zodat het bedrijf een eerlijke kans heeft deze te ontwikkelen, exclusief op de markt te brengen en, gedurende een periode van 20 jaar, hier de vruchten van te plukken.
In deze Rijksoctrooiwet vallen olie en gas onder de noemer ‘natuurlijke rijkdommen’. Technische innovaties voor het winnen van olie en gas kunnen daardoor beschermd worden. Het gaat hier om ontwikkeling op de continentale plaat, buiten de 12 mijlzone. Maar hoe zit dit met de toch nog relatief jonge offshore windindustrie?
Hier is een maas in de wet te vinden. Wie de definitie van natuurlijke rijkdommen namelijk goed bekijkt kan zien dat deze betrekking heeft op ‘de minerale en andere niet-levende rijkdommen van de zeebedding en de ondergrond, alsmede levende organismen die tot de sedentaire soort behoren..’ (zie Hoofdstuk 1, artikel 1 in de Rijksoctrooiwet). Offshore windenergie valt hier niet automatisch onder. Dit werd ook in 2007 bevestigd door de rechtbank in Den Haag in een uitspraak over een relevant geschil tussen Prodect en Van Oord.
Doordat deze relatief nieuwe en snel ontwikkelende technologie niet goed beschermd is in de wet, neemt de kans op kapers op de kust aanzienlijk toe. Het lijkt dan ook een kwestie van tijd voordat copycats, bijv. uit China, zich dit realiseren en Nederlandse bedrijven op hun eigen, Nederlandse thuismarkt beconcurreren met hun eigen, in Nederland ontwikkelde technologie.
En dat is een kwalijke zaak, zegt Hart. Vooral omdat juist deze sector een enorme ontwikkeling doormaakt. Nederlandse bedrijven nemen hierin een vooraanstaande positie en hebben nu al een marktaandeel van ongeveer 25 procent van de totale Europese markt. De Nederlandse overheid wil in 2030 voor 11,5 gigawatt aan windvermogen op zee realiseren. “Het gaat hier dus om enorme bedragen. Met de alsmaar groter wordende turbines vraagt dit om een snelle aanpassing en vernieuwing van bijvoorbeeld transport- en installatietechnieken. Een octrooi maakt innovatie mogelijk.”
Het is de taak van EP&C om haar klanten te adviseren over de mogelijkheden die er zijn om hun technische innovaties te beschermen. Hart vindt het dan ook belangrijk dat de offshore windsector zich van deze maas in de wet bewust is. En dat is het nog onvoldoende vertelt hij. Het probleem is nog niet zo bekend. Het bureau heeft al wel cliënten gehad die tegen dit probleem aanliepen maar over het algemeen werden die geschillen geschikt. De zaak uit 2007 was qua financieel belang ook relatief bescheiden. Met de exponentiële groei in offshore wind neemt de kans op grote conflicten en grote schade voor innovatieve Nederlandse bedrijven echter sterk toe.
Offshore windsector moet aan de bel trekken
De Octrooiwet wordt om de zoveel jaar gereviseerd. Eerder dit jaar is er een enquête gehouden om suggesties voor aanpassingen te inventariseren. De wijziging voor offshore wind is hierin meegenomen. De uitkomst van de enquête ligt nu bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Over de kans van slagen kan Hart weinig zeggen. De huidige definitie komt namelijk uit een internationaal verdrag, het ‘Verdrag inzake het Continentale Plateau’. Nederland is daarom niet het enige land met dit probleem.
Hij adviseert de offshore windsector dan ook om haar invloed te laten gelden en aan de bel te trekken. Tenslotte, benadrukt hij, is de huidige bescherming van olie- en gastechnologieën ook het resultaat van sterk lobbyen door de olie- en gassector destijds. Voor partijen die zich bezig houden met innovatieve technologieën op het gebied van offshore wind benadrukt Hart dat ze zich goed moeten laten adviseren.
Category: Longreads, Windenergie