Nederland moet ongeschikte offshore wind tenders vaarwel zeggen
Als een van de acht ondertekenaars van de Oostende verklaring van vorig jaar, waarin een doel van 300GW aan offshore wind tegen 2050 wordt gesteld, speelt Nederland een cruciale rol in de ambitie van de EU om de Noordzee om te vormen in de duurzame energiecentrale van Europa. Met 1,9GW aan offshore windinstallaties vorig jaar – meer dan ieder ander Europees land – heeft Nederland een enorm potentieel om de uitbreiding van wind op zee in Europa te blijven leiden. Het volledig benutten van dit potentieel is echter afhankelijk van het vermogen om de huidige tenders om te zetten in gerealiseerde projecten.
Door Nils de Baar, Regional President NCE, Vestas
Vorig jaar werden verschillende offshore windprojecten vertraagd of zelfs geannuleerd in landen zoals de VS en het VK. Dit is een waarschuwing voor de Nederlandse markt. Eerder dit jaar besloten Eneco en Equinor al niet in te schrijven op de 4GW IJmuiden Ver Alpha en Beta tender door onzekere marktomstandigheden en toegenomen kosten. En we riskeren meer van zulke koppen tenzij we heroverwegen hoe we de offshore tenders ontwerpen.
Huidige stand van zaken
Nederland wordt gezien als goed voorbeeld in Europa met het gebruik van een vergelijkende toets op basis van kwalitatieve criteria. Door hierop te blijven focussen als kern van de tender kunnen we ervoor zorgen dat Nederlandse offshore projecten extra waarde creëren voor de maatschappij en dat we niet dezelfde fouten maken als in andere landen.
Neem bijvoorbeeld de 4GW IJmuiden Ver Alpha en Beta tender. Hoewel de tender kwalitatieve criteria bevat, maakt deze ook gebruik van een financieel bod waardoor de kwalitatieve aspecten minder prominent worden.
Het financiële bod houdt in dat ontwikkelaars de overheid betalen voor het recht om een project te ontwikkelen. In het geval van de IJmuiden Ver Alpha en Beta tender kan dit bedrag oplopen tot 210mEUR/GW per jaar voor de volledige 40-jarige levensduur van het project. Dit mechanisme creëert een extra financieel risico en bemoeilijkt de business case wat uiteindelijk kan resulteren in vertraagde of geannuleerde projecten.
Een kans voor Nederland om op te staan
Het goede nieuws is dat Nederland nog steeds de leidende rol kan behouden door af te stappen van een financieel bod in tenders. In plaats daarvan kunnen we risico’s verminderen en projectrealisatie bevorderen door een mechanisme te introduceren dat zorgt voor een verdeling van projectinkomsten. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een tweezijdig Contract for Difference (CfD) of via een mechanisme dat betalingen direct verbindt aan door het windpark genereerde inkomsten.
Bovendien moeten we blijven focussen op het creëren van extra waarde via kwalitatieve criteria. Recente tenders maken al gebruik van deze criteria, bijvoorbeeld op het gebied van ecologie, en zorgen er zo voor dat projecten ook een bloeiend ecosysteem ondersteunen.
De recente aanpassingen aan de routekaart windenergie op zee laten zien dat de overheid werkt aan het waarborgen van een realistische planning en realisatie van projecten. Als dezelfde mentaliteit ook wordt toegepast op het verbeteren van het tenderontwerp kan projectrealisatie nog verder bevorderd worden.
We hebben de benodigde oplossingen om een gezondere business case te ondersteunen en projectrealisatie te bevorderen. Laten we ervoor zorgen dat we deze oplossingen invoeren terwijl we kunnen, en ervoor zorgen dat onze tenders zoveel mogelijk windturbines en maatschappelijke waarde opleveren. Niet zoveel mogelijk kapitaal.
Category: Offshore windparken, Windenergie