New York niet bereid om over verhoogde kosten van offshore windenergie te onderhandelen

| 16 oktober 2023

De overheid van New York is niet bereid om met projectontwikkelaars te onderhandelen over verhoogde ontwikkelkosten voor offshore windenergie. De van projectontwikkelaars gevraagde prijsverhogingen hebben betrekking op bestaande en goedgekeurde contracten.

Deze beslissing van de overheid betekent voor de projectontwikkelaars dat zij of de bestaande prijsstelling accepteren of de contracten beëindigen en de annuleringsboete betalen. Vervolgens kunnen de beëindigde projecten bij toekomstige tenders opnieuw worden aangeboden.

Met dit besluit van de Public Service Commission (PSG) is het wel de vraag of New York haar doel om in 2030 over 70% duurzame opgewekte stroom te beschikken gehaald kan worden. Toch waren de commissieleden unaniem van mening dat een prijsverhoging zonder mededinging in strijd was met de gebruikelijke financiële principes. Met name zou door de acceptatie van de prijsverhoging ook de stroomtarieven verhoogd moeten worden.

Ook de overheid van Massachusetts kwam in een vergelijkbare situatie tot soortgelijke conclusies, hoewel zich de discussie daarover meer achter gesloten deuren afspeelde. Ontwikkelaars van offshore windenergie wilden in 2022 over bestaande PPA’s (Power Purchase Agreement’s) opnieuw onderhandelen voor een hogere prijs maar werden daarbij teruggefloten door het Department of Public Utilities (DPU). De ontwikkelaars Avangrid en Shell/New Energies beëindigden toen de bestaande contracten en betaalden in totaal $ 108 (EU 103) miljoen boete. De beëindiging werd door het DPU zonder commentaar geaccepteerd. Verwacht wordt dat beide ontwikkelaars bij de volgende tender de projecten weer aanbieden.

De ontwikkelaars van offshore windenergie in New York volgden een iets andere weg. Zij stuurden een formeel verzoek aan de Public Utilities Commission (PCU) om de prijs van de bestaande contracten te verhogen, die in 2018 en 2020 getekend waren.

Het ging om de windparken Sunrise Wind (924 MW) van Ørsted/Eversource en Empire Wind1 (816MW), Empire Wind2 (1260 MW) en Beacon Wind (1230 MW) van Equinor/BP. Sunrise argumenteerde dat inflatie, rente, staalprijs en andere kosten significant waren gestegen sinds het begin van de oorlog in Oekraïne. Zo was bijvoorbeeld de inflatie gestegen van 2% toen de contracten werden getekend, naar 8% in 2022. Daarnaast waren volgens Sunrise ook de aansluitkosten aan het E-net drastisch gestegen. Sunrise had daarvoor oorspronkelijk $ 22 (EU 21) miljoen gereserveerd, maar de actuele kosten waren met $ 93 (EU 88) miljoen gestegen naar $ 115 (EU 109) miljoen.

De commissie was zich ervan bewust dat het beëindigen van de contracten een zwaar handicap zou vormen voor het halen van de doelstellingen voor duurzame energie. Maar aan de andere kant zou door acceptatie van hogere kosten de stroomtarieven verhoogd moeten worden. Voor een huishouding met een maandelijkse stroomverbruik van 600 KWh zou dat een verhoging van de stroomrekening tussen 4,4 – en 6,7% kunnen betekenen. Deze stijging was voor de PUC niet acceptabel met name omdat de gevraagde prijsstijging niet via mededinging tot stand zou komen. Bron: New York State Public Service Commission

Tags: , , ,

Category: Wereldwijd

Reacties zijn gesloten.