Markt voor vervanging van grote windturbine onderdelen biedt tot 2030 goede kansen voor exploitanten van jack-up schepen
Volgens een recente analyse van onderzoeksbureau Wood Mackenzie zal dit decennium naar schatting een bedrag van 3,9 miljard euro geïnvesteerd worden in de vervanging van grote onderdelen bij windturbines op zee in Europa. Volgens ditzelfde rapport betekent dit een potentiele waarde van 1,6 miljard euro voor de exploitanten van jack-up schepen.
Volgens een analyse van Wood Mackenzie zal de wereldwijde offshore windindustrie tussen 2021 en 2030 bijna 221 GW aan nieuwe capaciteit toevoegen. Ondanks de robuuste structuur van de technologie zullen de onderhoudsactiviteiten echter beginnen toenemen naarmate de operationele vloot veroudert. Tegen eind 2020 was slechts 1,8 GW van de wereldwijde capaciteit al meer dan 10 jaar operationeel. Naar verwachting zal dit cijfer tegen 2030 stijgen tot meer dan 20 GW.
Vervanging van grote onderdelen
De vervanging van grote onderdelen, waarvoor momenteel de hulp van jack-up schepen nodig is, blijft de grootste onzekerheid in de operationele en onderhoudskosten (O&M) van turbines. In het huidige decennium zullen wereldwijd (exclusief China) bijna 10.000 grote onderdelen van windturbines moeten worden vervangen of gerepareerd. Volgens gegevens van Wood Mackenzie zal 85 % van de te vervangen grote onderdelen in Europa, ‘s’ werelds grootste O&M-markt, plaatsvinden. De marktwaarde zal naar verwachting jaarlijks met 10% groeien tot 518 miljoen euro in 2030.

Grafiek toont de Europese markt voor de vervanging van grote onderdelen per waardeketensegment (Wood Mackenzie)
Gevolgen voor exploitanten van jack-up schepen
Volgens prognoses van Wood Mackenzie zal tot 2030 ongeveer 3,9 miljard euro worden geïnvesteerd in de vervangingsmarkt in Europa. Dit is goed nieuws voor de exploitanten van jack-up schepen, die in het lopende decennium toegang zullen krijgen tot 1,6 miljard euro aan mogelijkheden in deze sector.
Offshore windenergie was vroeger een nichemarkt voor de offshore toeleveringsketen. Sinds de ineenstorting van de prijs van ruwe Brent-olie in 2008 kozen meer offshore olie- en gasbedrijven ervoor om over te stappen naar de windindustrie. Deze snelle expansie in de toeleveringsketen veroorzaakte een sterke concurrentie en leidde tot een daling van de winstmarge, waardoor de dagtarieven voor de schepen voor offshore windprojecten onder druk kwamen te staan.
De focus op de kosten, in combinatie met een groeiende vloot en een matige vraag in de offshore olie- en gas- en windenergiesector, heeft de dagtarieven voor jack-up schepen in de markt voor de vervanging van grote onderdelen (vervangingsmarkt) doen dalen. Daarnaast maakte de door de COVID-19 pandemie veroorzaakte ineenstorting van de vraag naar olie 2020 tot een van de slechtste jaren in de geschiedenis van de raffinage. Een daling van de brandstofkosten en chartertarieven leidde tot een duikvlucht in de dagtarieven voor jack-up schepen tegen 2020.
Terwijl eigenaars van activa profiteren van een daling van deze dagtarieven, zijn de exploitanten van de jack-up schepen gedwongen hun winstmarges op te offeren om hun marktaandeel in de Europese offshore wind O&M-industrie te behouden.
Correlatie olieprijs en dagtarieven wordt zwakker
Wood MacKenzie verwacht dat de correlatie tussen de olieprijs en de dagtarieven van jack-up schepen zwakker wordt en dat deze trend zich zal doorzetten als gevolg van drie belangrijke factoren.
Ten eerste zijn de technologische eisen die aan offshore windenergie worden gesteld hoger en is er hierdoor behoefte aan een pool van gespecialiseerde en specifieke schepen.
Ten tweede heeft de offshore olie- en -gasindustrie zich ertoe verbonden meer te doen met minder sinds de crash van de olieprijs in 2014, waardoor het verband tussen hogere olieprijzen en hogere dagtarieven wordt verbroken.
Ten slotte groeit de relatieve omvang van de offshore windindustrie en zal deze in 2025 goed zijn voor 30% van de gecombineerde offshore wind- en olie- en gasindustrie. Offshore wind zal niet langer een nichemarkt zijn voor de offshore toeleveringsketen, waardoor zijn onafhankelijke positie om de dagtarieven van jack-up schepen te bepalen, wordt verstevigd.
Stijging in vervangingskosten
De vervangingskosten per eenheid bereikten het dieptepunt in 2020, maar zullen tegen het einde van het huidige decennium weer aantrekken en tegen 2030 met 72% stijgen, verwacht Wood Mackenzie. Dit zal in de eerste plaats het gevolg zijn van grotere windturbines en het herstel van de kosten voor jack-up schepen. De grotere turbine-omvang zal de hogere kosten per eenheid echter meer dan compenseren, wat leidt tot een daling van de vervangingskosten per MW met 35% tussen 2020 en 2030.
Ondanks verbeteringen in de efficiëntie van de vervangingscampagnes, leiden oncontroleerbare omstandigheden zoals het weer, de afstand tot de haven en de beschikbaarheid van schepen en onderdelen tot grote verschillen in de tijd die nodig is om onderdelen uit te wisselen. Deze onzekerheden hebben een invloed op de duur van de activiteiten, wat betekent dat de spotprijs van vloten van geval tot geval sterk zal variëren.
Vervangingsmarkt komt onder druk te staan
De vervangingsmarkt is zeer dynamisch, en het scala van scheepsvereisten in de sector is breed. Installatiecontracten zullen de voorkeur blijven genieten bij exploitanten omdat de dagtarieven twee tot vier keer hoger zullen liggen. Door de stijgende vraag en de mondialisering van de markt voor offshore windinstallaties zal het aanbod aan jack-up schepen voor de vervangingsmarkt onder druk komen te staan, met name voor de turbines van de volgende generatie.
Deze factoren zullen in de loop van de jaren 2020 toenemen en meer aandacht krijgen van de waardeketen. Wood Mackenzie verwacht dan ook dat de investeringen en de activiteit in deze sector zullen toenemen en dat nieuwe spelers de markt zullen betreden. Bron: Wood MacKenzie
Category: Wereldwijd