Windpark Fryslân – Bouwen aan het grootste windpark ter wereld in een meer

| 21 december 2020

Als Windpark Fryslân klaar is in 2021 zal het met 383 MW het grootste windproject ter wereld zijn dat in een meer is gebouwd. Maar dat is niet het enige dat het project bijzonder maakt vertelt Joris Hol, bouwdirecteur van het windpark: “Ik ben bij verschillende offshore windprojecten betrokken geweest, maar nog nooit bij een project waar bijna niets standaard is en zoveel tegelijk gebeurt.”

Ik ontmoet Joris Hol op het kantoor in Kornwerderzand, op de Afsluitdijk. De ruimte waar het interview, uiteraard op gepaste afstand, plaatsvindt biedt uitzicht op een laadschip met vier funderingspalen voor het windpark waarvan de bouw op het water onlangs is gestart. In september verschoven de bouwactiviteiten van land naar het water. Een goed moment om terug te blikken op de afgelopen tijd.

Voor hij betrokken raakte bij Windpark Fryslân (WPF) werkte Hol mee aan de aanbestedingsfase van het Borssele III & IV project van het Blauwwind consortium. Daarvoor was hij bij Eneco onder andere betrokken bij het Eneco Luchterduinen project. In de zomer van 2016 kwam hij in contact met een van de aandeelhouders van WPF dat op dat moment nog in een beginfase van ontwikkeling was. Hij werd in eerste instantie ingehuurd als adviseur om mee te denken over de strategie van het project met betrekking tot de subsidieaanvraag en het aanbestedingsproces met aannemers. Niet lang daarna werd hij gevraagd om als bouwdirecteur aan de slag te gegaan met het team van Ventolines dat het projectmanagement uitvoert voor het windpark.

Tijdsdruk
In september 2016 werd het inpassingsplan windpark Fryslân vastgesteld. De vergunning was echter op dat moment nog niet onherroepelijk en er werd uiteindelijk nog een procedure tegen de komst van het windpark aangespannen bij de Raad van State. Ondertussen gingen de voorbereidingen gewoon door, vertelt Hol. In december 2016 is het team gestart met de voorbereiding van de aanbesteding voor WPF. Met deze informatie is vervolgens de subsidie aangevraagd. Deze werd in juni 2017 toegekend. Uiteindelijk werd de definitieve vergunning voor het project pas in juli 2018 toegekund.

Hol: “Bij de aanvraag van de subsidie destijds hadden we nooit verwacht dat de procedure bij de Raad van State door vertragingen uiteindelijk anderhalf jaar zou duren. Dit bracht het project flink onder tijdsdruk.” Een voorwaarde van een subsidietoekenning is namelijk dat een project binnen een bepaald aantal jaren stroom moet leveren. Aangezien er geen aparte regeling bestaat voor projecten in meren werd WPF als wind op land beschouwd. Voor deze subsidieregeling, de SDE, geldt een termijn van vier jaar. Dit betekende dat het gehele windpark in juni 2021 op het net moest zijn aangesloten om de volledige subsidie te kunnen ontvangen. Dit terwijl voor windparken op zee een termijn van vijf jaar geldt.

Geen standaard equipment
Dat WPF als wind op land werd beschouwd wat betreft de subsidieregeling doet het project geen recht volgens Hol. “In tegendeel, eigenlijk gaat het hier meer om een offshore project. Ik heb ook meteen vanaf dag één tegen het team gezegd dat we het windpark als een offshore project gaan behandelen. In feite is het misschien zelfs complexer dan een offshore windproject. Alles moest namelijk op maat gemaakt worden”, legt hij uit.

Allereerst heeft dit te maken met het feit dat het IJsselmeer afgesloten is van open zee door verschillende sluizen. Deze zijn simpelweg niet breed genoeg om de grote specialistische installatieschepen door te laten. Bovendien is het water in en rondom het windpark te ondiep. Standaard equipment kan daarom niet gebruikt worden.

Dezelfde consortiumpartners die destijds ook verantwoordelijk waren voor de bouw van Windpark Westermeerwind (WMW) dat met een vermogen van 144 MW in 2016 het eerste windpark in het IJsselmeer was, bouwen nu WPF. Dit betekent echter niet dat de bouw van WPF een simpele ‘copy-paste’ uitvoering is. WPF wordt met 89 turbines bijna twee keer zo groot als WMW (48 turbines). De turbines met een tiphoogte van 180 meter en een vermogen van 4,3 MW zijn bovendien een flinke slag groter zijn dan de 3 MW variant in WMW. Tel daarbij op dat het nieuwe windpark in nog ondiepere wateren wordt gebouwd, variërend van slechts drie tot zes meter. Dit alles heeft een grote impact op het materieel dat gebruikt kan worden voor de bouw van het nieuwe windpark. Hol: “We hebben de ervaringen bij WMW meegenomen bij de methodiek en keuze van equipment.”

Om toch de zware componenten te kunnen installeren in ondiep water ontwikkelde Van Oord samen met kraanspecialist Sarens al in een vroeg stadium een uniek drijvend installatieplatform. Het drijvende platform, dat nu bekend staat als de Sarens Soccer Pitch (SSP), bestaat uit door balken aan elkaar verbonden kleinere pontons die tezamen een oppervlak ter grootte van een half voetbalveld omhelzen. Door de lengte en breedte vormt het een stabiel platform om hijswerkzaamheden te verrichten zonder de bodem te raken. Voor het hijsen van de zware onderdelen is een kraan van Sarens met een hijsvermogen van 1250 ton geplaatst.

Tekst gaat onder de foto door

Sarens Soccer Pitch en supportschepen. Foto: Flying Focus/Windpark Fryslan

De SSP zal voor de installatie van verschillende componenten ingezet worden. Het werkplatform ligt daarbij gedurende het installatieproces, zolang de weersomstandigheden het toelaten, voortdurend in het bouwveld. De componenten worden vervolgens aangevoerd door cargoschepen vanuit de verschillende havens waar deze in opslag liggen.

De eerste klus van de SSP is het heien van de 89 funderingspalen. De palen zijn gefabriceerd in Duitsland en worden aangevoerd door een drietal cargo schepen, de Lady Alida, Lady Amalia en de Lady Anne Beau. Tijdens de installatiewerkzaamheden wordt het werkplatform door middel van vier ankerpalen in positie gehouden. Een tweede kraanschip, de Triton, hijst samen met de Sarens kraan de monopile uit het cargoschip, waarna ze de paal rechtop op de bodem zetten. Vervolgens wordt de paal met behulp van een heihamer (IHC Hydrohammer) tot ongeveer 30 meter in de grond kan geslagen. Om de paal zo efficiënt en recht mogelijk in de bodem te heien wordt gebruikt gemaakt van een gripper. Verschillende kleinere schepen ondersteunen het proces.

Op dit moment worden de laatste funderingspalen en werkplatformen geïnstalleerd. Dat laatste wordt door een ander schip, de Hebolift 4, gedaan. Net als bij WMW hebben de turbines geen boat landing en wordt er wederom gebruik gemaakt van betonnen platforms. Er is deze maand ook een start gemaakt met het leggen van de inter-array kabels. Dit is een onderdeel wat bij WMW een uitdaging gaf om de juiste diepte te bereiken, vertelt Hol. Hier is bij WPF beter over nagedacht. In de lente van 2021 kan gestart worden met het opbouwen van de windturbines.

Om de deadline van juni 2021 te halen wordt er gewerkt met een dubbele spread tijdens de installatie van de turbines. Binnenkort komt er dan ook een tweede installatieplatform bij.

Langste landverbinding ooit
Ook de hoogspanningsverbinding voor de aansluiting van het windpark op het landelijke hoogspanningsnet heeft een complexiteit dat niet onderdoet voor een offshore verbinding. Hol: “De netaansluiting bij offshore windparken is tegenwoordig de verantwoordelijkheid van de overheid, via netbeheerder TenneT. Wij moeten zelf de netaansluiting regelen. Al met al is dit een enorme klus gebleken die al zeker anderhalf jaar duurt.”

Het gaat hier namelijk om een uniek lange verbinding. Bij Breezanddijk moet een nieuw transformatorstation gebouwd worden en vervolgens is er een kabelverbinding van 55 kilometer naar het tevens nieuw te bouwen hoogspanningsstation van TenneT in Oudehaske. Dit is langer dan de offshore verbinding van sommige offshore windparken en voor TenneT is het zelfs de langste landverbinding ooit in Nederland, vertelt Hol. Dat heeft te maken met het feit dat we hier in Friesland zogezegd in de haarvaten van het TenneT netwerk zitten, legt hij uit. Die is niet stevig genoeg om een windpark van deze omvang op aan te sluiten. Het netwerk moest dus worden versterkt.

Daar komt bij dat de eerste 8,5 kilometer in de Afsluitdijk, onder het fietspad, moest worden gelegd. Hiervoor zijn meerdere gestuurde boringen gedaan onder de snelweg door. Dit gebeurde gelijktijdig met de renovatie van de Afsluitdijk door Levvel. “Dat moet je van te voren goed afstemmen om elkaar niet voor de voeten te lopen. Met name de verkeersmaatregelen die nodig waren om de Afsluitdijk toch open te houden tijdens de werkzaamheden, bleken een grotere uitdaging dan verwacht”, zegt Hol.

Wijziging in aanbesteding
Om de vertraging in de toekenning van de definitieve vergunning op te vangen moesten er mitigerende maatregelen genomen worden. Het project was op dat moment ingericht op basis van multi-contracting waarbij de scope werd ingedeeld in vier onderdelen: turbines, Balance of Plant (funderingen en parkbekabeling), het transformatorstation en de exportkabel. Omdat Rijkswaterstaat restricties had opgegeven met betrekking tot de periodes waarin er op de Afsluitdijk gewerkt kon worden, was de scope voor de exportkabel al in een vroeg stadium aanbesteed aan Visser & Smit Hanab. De activiteiten hiervoor waren begin 2019 al gestart.

“Door de tijdsdruk zijn we overgestapt naar de methode waarbij één consortium alles oppakt. Alles zelf managen zou te veel risico’s hebben opgeleverd”, legt Hol uit. De aanbesteding werd zo voorbereid dat ondanks de tijdsdruk er toch een concurrerende bieding zou plaatsvinden. Uiteindelijk hebben 3 consortia zich ingeschreven voor de tender. Toen het verlossende nieuws kwam dat de vergunning onherroepelijk was, kon meteen de definitieve gunning aan een consortium gedaan worden. Dit werd het consortium Zuiderzeewind van Siemens Gamesa Renewable Energy en Van Oord Offshore Wind. Deze partners waren destijds ook verantwoordelijk voor de bouw van het eerste windpark in het IJsselmeer, Windpark Westermeerwind, van dezelfde initiatiefnemers als van WPF. Al heeft dat geen rol gespeeld met de gunning voor WPF, aldus Hol. “Siemens had op dat moment gewoon de turbine met het grootste vermogen en rotor binnen de gestelde maximale eisen voor de locatie en ze scoorden goed op de planning”, legt hij uit.

Financial Close volgde daarna, op 1 oktober 2019. Het projectfinancieringsproces, vanaf ‘bank launch’, is in zes maanden gedaan. Hol: “Dat is best snel als je nagaat dat van de benodigde 850 miljoen EUR voor dit project circa 700 miljoen bij banken opgehaald moest worden.” Een van de voorwaarden voor het afronden van de financiering is dat er een ‘detailed design’ gereed moet zijn. Elke funderingspaal moet specifiek berekend worden. Hier is bodemonderzoek voor nodig. “Dit hele proces duurt normaal tussen de 18 en 20 maanden, vertelt Hol. Wij hebben een integraal ontwerp in 12 maanden gemaakt met een gezamenlijk ontwerpteam. Dit is echt anders dan normaal en hiermee hebben we veel tijd gewonnen; Met het bereiken van ‘financial close’ kon nu ook gestart worden met de productie van de grote componenten van het windpark.

Lokale content & lokale participatie
De productie van de componenten vindt plaats over de hele wereld (zie kader II). Toch is er ook sprake van lokale betrokkenheid. Hol: “Windpark Fryslân is een project in Friesland, van Friese initiatiefnemers. Daar zit echt persoonlijke betrokkenheid bij en een stukje Friese trots. Toen ook de provincie Fryslân bekend maakte te willen participeren in het project wisten we dat we moesten inzetten op lokale content.” Daar zijn mooie initiatieven uitgekomen, vertelt hij. Meer dan 70 Friese bedrijven zijn op verschillende manieren betrokken bij de realisatie van het windpark. Een groot voorbeeld is de productie van de 89 interne platforms door het Friese Amicon (voorheen Bijlsma Constructie). “Als we dit niet hadden gestimuleerd dan was het waarschijnlijk ook niet gebeurd. Er is namelijk nog geen ervaring om op te bouwen, in tegenstelling tot de internationale producenten. Er zijn dan ook meer kwaliteits- en veiligheidscontroles nodig. Uiteindelijk is het bijzonder goed uitgevallen en is de productie soepel verlopen.”

Ook de directe omgeving deelt mee in de opbrengsten van het windpark. Jaarlijks zal WPF een bedrag van 720.000 EUR in een omgevingsfonds storten waarmee lokale projecten langs het IJsselmeer gefinancierd kunnen worden. Daarnaast krijgen Friese inwoners ook de gelegenheid om te participeren in het windpark via obligaties. Dit proces start bij oplevering van het park en wordt georganiseerd door aandeelhouder provincie Fryslân.

Natuurontwikkeling
Ook is er aandacht voor de natuur bij het windpark. Zo wordt er op dit moment aan de laatste werkzaamheden van een natuureiland bij Kornwerderzand gewerkt. Dit eiland bestaat uit 2 hectare boven water en ongeveer 25 hectare onder water. Het eiland dient eerst als werkeiland voor opslag en schuilplek voor schepen, vanaf het moment dat de eerste windturbine draait, heeft het totale eiland alleen een natuurfunctie en mag het niet meer als werkeiland gebruikt worden., Da wordt het een rust- en broedplek voor vogels, vleermuizen en onderwaterleven. Een ecologisch monitoringsplan moet de ontwikkeling op en om het natuureiland gaan bijhouden de komende jaren. Een nobel idee maar ook een noodzakelijke want het is een van de voorwaarden in de vergunning.

Tekst gaat onder de foto door

Werk- en natuureiland. Foto: Joachim de Ruiter/Windpark Fryslân

Hol: “We doen dit niet alleen om een vinkje te kunnen zetten. Voor mij betekent het meer.” Zo is WPF ook sponsor van het Wildlife filmfestival in Rotterdam en heeft het langs een groot deel van het kabeltraject op land een zogenaamd ‘Honey Highway’, een berm vol inheemse natuurzaden, aangelegd. Hol had dit ook graag teruggezien op de route op de dijk zelf, maar op een waterverdedigingswerk gelden hele strikte begroeiingseisen. Ook werkt WPF mee aan het nabije vismigratieproject van de provincie Fryslân. Hol: “We hebben al vroeg gekeken of we onze projecten zo op elkaar konden afstemmen dat het uiteindelijk ook ecologisch een beter project wordt. In goed overleg is er een goed geïntegreerd ontwerp uitgekomen. We namen hier een risico want het project moest nog aanbesteed worden en er was dus een reële risico op vertraging voor ons.”

Beleving omgeving
Een project van dit formaat zal altijd weerstand oproepen, beaamt Hol, maar we hebben zoveel mogelijk rekening gehouden met de de omgeving bij het ontwerp van het windpark. Waar bij Windpark Westermeerwind nog gekozen is voor een blok van twee rijen heeft WPF de vorm van een zeshoek waar de turbines in evenwijdige rijen worden opgesteld en via 12 separate aftakkingen elektrisch worden verbonden.

“Ondanks dat het hier om veel meer turbines gaat, draait het windpark waar je ook staat toch optisch steeds een beetje bij je weg.” Dit is een bewuste keuze geweest want een zeshoek is niet de meest ideale lay-out voor de productie van het windpark.

Tekst gaat onder de foto door

Ook met het ontwerp van het transformatorstation op Breezanddijk is rekening gehouden met de beleving door de omgeving. Deze moest landschappelijk ingepast worden, wederom een vereiste in de vergunning. Het station is deels verzonken in de dijk zodat deze niet boven de karakteristieke Afsluitdijk uitsteekt. De façade van het station zal uit allemaal kleine aluminiumplaatsje bestaan die bewegen in de wind waardoor het een waar kunstwerk wordt. Bovendien komt er midden in het station een gang met aan weerszijden glazen wanden. Geïnteresseerden kunnen hier een kijkje nemen en geïnformeerd worden over de werking van het station en het park. WPF heeft hier studenten van de opleiding Communicatie en Multimedia Design aan NHL Stenden Hogeschool bij betrokken die illustraties hebben gemaakt voor in het station en een app hebben ontwikkeld voor bezoekers. Daarnaast wordt het windpark doorvaarbaar. “Zo proberen we toch de omgeving een stukje beleving mee te geven.”

Dit artikel verscheen in het Engels in de december 2020 editie van Wind Energy Magazine

Check ook de website van Windpark Fryslân

Tags: , , , , , ,

Category: Drijvende windenergie, Longreads, Wereldwijd

Reacties zijn gesloten.