National Grid en TenneT werken samen aan interconnector
National Grid Ventures, de commerciële tak van National Grid in Groot-Brittannië, en TenneT zijn een overeenkomst aangegaan om samen te onderzoeken of het mogelijk is Nederlandse en Britse windparken aan te sluiten op de energiesystemen van beide landen via een nieuwe vorm van een interconnector. Het zou de eerste ontwikkeling in zijn soort zijn voor het VK en Nederland in de Noordzee.
Volledige benutting van het potentieel van offshore windenergie zal een cruciale rol spelen bij het koolstofvrij maken van Europese economieën en samenlevingen tegen 2050. Het VK en Nederland hebben zich beide ambitieuze doelen gesteld om de offshore windcapaciteit in de Noordzee uit te breiden. De Britse regering heeft onlangs een streefwaarde aangekondigd van 40 gigawatt in 2030. Nederland streeft naar 11,5 gigawatt in 2030 en nog eens een extra 20-40 GW tegen 2050. Een efficiënte uitvoering van een dergelijke grootschalige groei van offshore windenergie vereist een grote hoeveelheid nieuwe infrastructuur en nauwe samenwerking tussen landen rond de Noordzee.
De aankondiging volgt op een recent besluit van de Nederlandse regering om de eerste offshore 2 GW-hoogspanningstransportnetten in Nederland toekomstbestendig te maken voor het windenergiegebied IJmuiden Ver, op ongeveer 80 km van de noordwestkust.
Onder de voorwaarden van de samenwerkingsovereenkomst onderzoeken TenneT en National Grid Ventures de ontwikkeling van een multi-purpose interconnector (MPI) om gelijktijdig tot 4 gigawatt Britse en Nederlandse offshore windenergie aan te sluiten op de Britse en Nederlandse elektriciteitssystemen, waardoor twee gigawatt aan interconnectiecapaciteit tussen de landen wordt toegevoegd.
Doordat beide systemen worden verbonden door de MPI kan reservetransportcapaciteit worden gebruikt om elektriciteit tussen de landen te verhandelen, waardoor het potentiële gebruik van offshore infrastructuur toeneemt. Doordat minder infrastructuur nodig is, zal ook de milieu-impact op kustgemeenschappen verminderen, in vergelijking met de huidige werkwijze waarbij interconnectoren en windparken afzonderlijk worden ontwikkeld en aangesloten.
De twee organisaties streven ernaar om tegen het einde van 2021 een ‘padvinderproject’ te hebben dat in 2029 een operationele asset moet opleveren. Bron: TenneT
Category: Wereldwijd