Duitsland plaatst geen offshore windenergievermogen in 2e helft 2020
Al maanden was het duidelijk dat de Duitse offshore windenergiemarkt in 2020 drastisch zou dalen. Er zijn in 2020 slechts twee offshore windparken met in totaal 32 windturbines en 219 MW vermogen in bedrijf gesteld. Dat is 80% minder dan in 2019 met 1.135 MW. Deze parken werden in het eerste halfjaar in bedrijf gesteld. In de 2e helft van 2020 werd geen nieuw offshore vermogen geplaatst.
Vorige week werd door Deutsche Windguard, in opdracht van BWE, BWO, VDMA Power Systems, WAB en de stichting OFFSHORE WINDENERGIE, de cijfers voor 2020 bekend gemaakt. Aan het einde van 2020 was het totaal geplaatste offshore windvermogen in het Duitse deel van de Noord- en Oostzee 7.770 MW, met 1501 windturbines. Twee windparken werden in het 1e halfjaar van 2020 in bedrijf gesteld.
Het in 2020 nieuw geplaatste vermogen heeft betrekking op twee offshore windparken: Trianel Windpark Borkum II met 16 Senvion windturbines van het type 6,33M152 (6,33 MW vermogen en 152 m rotordiameter) en een totaal vermogen van 101,3 MW en EnBW Albatros met 16 Siemens windturbines van het type SWT 7- 154 (7 MW vermogen en 154 m rotordiameter) en in totaal 112 MW vermogen. Beide windparken zijn in het 1e halfjaar van 2020 in bedrijf gegaan.
De stagnatie van het offshore windenergievermogen en het uitblijven van nieuwe installaties op de korte termijn kan leiden tot faillissementen en het verlies van werkgelegenheid. De volgende brancheorganisaties appelleren met klem aan de overheid om met spoed de randvoorwaarden voor de ontwikkeling van offshore windenergie zodanig te veranderen dat daarvan weer een sterke groei-impuls uitgaat:
– BWE (Bundesverband Wind Energie)
– BWO (Bundesverband der Windparkbetreiber Offshore)
– VDMA Power Systems (Verband Deutscher Mischinenbau – und Anlagenbau e.V.,
Fachverband Power Systems)
– WAB (Branchennetzwerk für Offshore Windenergie)
Zo benadrukken zij dat de volgende zittingsperiode dringend moet worden gebruikt om een fundamentele hervorming van het ontwerp van de elektriciteitsmarkt en de herfinanciering van offshore windprojecten door te voeren. In dit verband dient ook de invoering van contracten voor verschil te worden onderzocht.
Aangezien directe elektrificatie niet in alle sectoren van de economie mogelijk is, zijn synthetische energiebronnen op basis van hernieuwbare energiebronnen een onmisbaar element voor volledige decarbonisatie. De brancheorganisaties verwelkomen uitdrukkelijk de Nationale Waterstofstrategie en de daarbij behorende benadering om een alomvattende strategie voor energiebeheer en industriebeleid te ontwikkelen die rekening houdt met de hele waardeketen van technologieën, componenten, opwekking, opslag, infrastructuur en logistiek.
Om de uitbreidingsdoelen op lange termijn veilig te stellen en Europese planning mogelijk te maken, heeft Duitsland ook een uitbreidingsdoelstelling voor 2050 nodig.
Tenslotte heeft Duitsland ambitieuze doelen voor de verdere ontwikkeling van offshore windenergie (Bron BWO): 10,8 GW in 2025, 20 GW in 2030 en 40 GW in 2040.
Category: Wereldwijd