Duitsland sluit 229 MW nieuwe offshore windcapaciteit aan in eerste helft 2023

| 25 juli 2023

De handelsverenigingen van de Duitse offshore windindustrie en de Duitse Offshore Wind Energy Foundation hebben vandaag de uitbreidingscijfers voor de eerste helft van 2023 gepresenteerd.

Arcadis Ost 1 © Parkwind & Heerema

De cijfers zijn samengesteld door adviesbureau Deutsche WindGuard, in opdracht van de handelsorganisaties BWE, BWO, German Offshore Wind Energy Foundation, VDMA Power Systems, WAB e.V. en WindEnergy Network e.V..

In de eerste zes maanden van het jaar zijn er 24 offshore windturbines met een gezamenlijk vermogen van 229MW nieuw aangesloten op het net in Duitsland. Dit betekent dat er op dit moment (peildatum 30 juni 2023) in totaal 1.563 offshore windturbines met een totale capaciteit van 8.385 MW in bedrijf zijn in de Duitse Noordzee (7,1 GW) en Baltische Zee (1,3 GW).

Verhoogde doelstelling voor offshore wind

Op 1 januari dit jaar is de wijziging van de Offshore Windenergie Wet (Windenergie-auf-See-Gesetz of WindSeeG) om de uitbreidingsdoelen voor offshore windenergie in Duitsland te verhogen van kracht gegaan. Deze heeft tot doel de geïnstalleerde capaciteit van offshore windturbines die op het net zijn aangesloten te verhogen tot een totaal van ten minste 30 GW tegen 2030, tot ten minste 40 GW tegen 2035 en tot ten minste 70 GW tegen 2045.

De verenigingen verwachten dat tegen 2030 nog eens 22 GW aan nieuwe offshore windcapaciteit wordt toegevoegd. Twee projecten, het Arcadis Ost 1 (257MW) project en Baltic Eagle (476 MW), waren nog geheel of gedeeltelijk in aanbouw. Daarnaast is medio dit jaar al een definitief investeringsbesluit genomen voor drie projecten met een totale capaciteit van 2GW, zijnde: EnBW He Dreiht (900 MW), Borkum Riffgrund 3 (900 MW) en Gode Wind 3 (242 MW). Verdere projecten met een totale capaciteit van 9,9 GW zijn gegund in de tenders voor offshore windenergie, waarvan 7 GW in juni, of hebben een netaansluitingsclaim. Deze projecten hebben echter nog geen definitieve investeringsbeslissing gemeld.

In januari 2023 publiceerde het Federale Maritieme en Hydrografische Agentschap (Bundesamt für See-schifffahrt und Hydrographie/BSH) het bijgewerkte locatieontwikkelingsplan (Flächenentwicklungsplan/FEP). Dit FEP 2023 bevat verdere aanbestedingsdata voor locaties die in 2032 in gebruik moeten worden genomen: Locaties met een geïnstalleerd vermogen van 9,8 GW moeten tegen 2030 worden aanbesteed en in gebruik genomen. Op basis van deze plannen kan de uitbreidingsdoelstelling van 30GW tegen 2030 worden bereikt. Verdere locaties met een totale capaciteit van 6GW zullen volgen in 2031 en 2032. Om de uitbreidingsdoelstelling van 40GW tegen 2035 te halen, zijn aanvullende specificaties nodig. Het FEP 2023 biedt al een informatieve vooruitblik op de mogelijke locaties.

Wijzigingen in tendersysteem

De wijziging van de WindSeeG, die begin 2023 in werking is getreden, voorziet tevens in wijzigingen van het tendersysteem voor aanbestedingen vanaf 2023. Naast de locaties die centraal zijn vooronderzocht door het BSH, zullen ook locaties die niet centraal zijn vooronderzocht worden aanbesteed. De gunningsprocedure verschilt per locatie. De aanbestedingsronde in juni dit jaar was de eerste waarbij gebieden die niet centraal zijn vooronderzocht werden geveild. Drie locaties in de Noordzee (N-11.1, N-12.1, N-12.2) en één locatie in de Oostzee (O-2.2). Voor alle vier de locaties dienden verschillende bieders een bod van 0 cent in, waardoor de dynamische biedprocedure voor het eerst moest worden uitgevoerd. De bieders met de hoogste betalingsbereidheid voor een locatie werden toegewezen.

In augustus 2023 vindt de aanbestedingsronde plaats voor vier locaties waarbij al vooronderzoek plaats heeft gevonden. deze hebben een totaal volume van 1,8 GW. De gebieden worden toegekend op basis van verschillende criteria. Deze omvatten financiële criteria (bieden op een vergoeding) en niet-financiële criteria (bijv. bijdrage aan het koolstofarm maken van de economie en het aantrekken van gekwalificeerde werknemers). Daarnaast zal een locatie voor andere offshore energieopwekking (SEN-1) voor het eerst worden aanbesteed; de datum is nog niet bekend gemaakt.

Lees hier het hele rapport.

Reactie brancheverenigingen

De verenigingen geven aan blij te zijn met de positieve ontwikkeling na jaren van weinig toegevoegde offshore windcapaciteit. Wel uiten de partijen ook hun zorgen op een aantal vlakken.

Al aan het begin van het jaar hadden de verenigingen kritiek geuit op het feit dat volgens de plannen van de federale regering de uitbreiding in de komende jaren niet gelijkmatig zal verlopen, maar in deels grillige sprongen. Dit belemmert onnodig de duurzame ontwikkeling van de productiecapaciteit.

Volgens de verenigingen moet de Duitse wet voor offshore windenergie (WindSeeG) dringend worden gewijzigd. Het niet-afgetopte biedcomponent en de dynamische biedprocedure in het tenderontwerp laten te weinig ruimte over voor opbrengsten voor de producerende offshore windindustrie. Er is dringend behoefte aan prekwalificatiecriteria voor een veerkrachtige toeleveringsketen en gerichte kwalitatieve aanbestedingscriteria om de kans te vergroten dat projecten worden gerealiseerd en om het Europese aandeel in de waardecreatie te versterken.

Er moeten ook oplossingen worden gevonden voor de beveiliging van de maritieme kritieke infrastructuur en de bescherming ervan tegen sabotage. Verder is er een reddingsconcept nodig voor locaties verder uit de kust om het personeel te beschermen. Dit kan worden gefinancierd door de exploitanten van offshore windenergie, maar zij kunnen het niet alleen organiseren.

Daarnaast moeten er maatregelen worden getroffen die kunnen helpen bij de invulling van de stijgende vraag naar personeel. Zoals, onder andere, een opleidingsoffensief om internationale geschoolde werknemers aan te trekken en gerichte campagnes voor academische en beroepsopleidingen. Bron: WAB

Tags: , , , , , , , , , ,

Category: Wereldwijd

Reacties zijn gesloten.