GE en Glosten maken lichtgewicht drijvende windturbine concept bekend
Onderzoekers van GE (GE Research) hebben details onthuld van een 12 MW lichtgewicht drijvende windturbine-concept. GE werkt voor het project samen met maritiem ontwerp- en adviesbureau Glosten, de ontwikkelaar van het PelaStar- tension leg-platform voor drijvende windturbinefundering.
Het project waaraan GE Research en Glosten samenwerken is gericht op het ontwerpen en ontwikkelen van geavanceerde besturingen ter ondersteuning van een drijvende offshore windturbine van 12 MW. Door een GE-turbine van 12 MW te koppelen aan Glosten’s tension-leg platformtechnologie, zijn beide partijen de uitdaging aangegaan om een lichtgewicht drijvende turbine te ontwerpen met tot 35% minder massa in de toren en het drijvende platform.
Rogier Blom, een Senior Principal Engineer in Model-Based Controls en de hoofdonderzoeker van het project, geeft aan dat deze taak om een drijvend platform te bouwen dat een meer dan 850 ft wegende turbine kan dragen niet mag worden onderschat. “Een drijvende turbine is als het plaatsen van een bus op een hoge paal, deze te laten zweven en vervolgens stabiliseren terwijl hij in wisselwerking staat met wind en golven. Om dit goed te doen is zowel een ontwerp- als een besturingsuitdaging.”
Door het gelijktijdig ontwerpen van het controlesysteem met de toren en het drijvende platform moet een zeer significante verlaging in de Levelized Cost of Energy (LCOE) die met deze turbine wordt opgewekt worden bereikt.
Ben Ackers, Vice President en Principal in Glosten’s Ocean Engineering and Analysis-groep: “Door nauw samen te werken met GE krijgen we een extra laag van gedetailleerde input voor het technisch ontwerp die verder gaat dan de standaard factoren van de locatieomstandigheden, bouwkosten, planning en de resulterende LCOE. Dit is de samenwerking die nodig is om drijvende wind tot een technisch en commercieel succes te brengen.”
Potentie van offshore wind vergoten
Volgens Blom vergoot drijvende offshore wind het energieopwekkingspotentieel van offshore windenergie drastisch. “Met GE’s Haliade X, ’s werelds krachtigste offshore windturbine die tot nu toe is gebouwd, beginnen we net te profiteren van de toekomstige belofte van offshore windenergie in Europa, de VS en andere delen van de wereld,” zei Blom. “Tegenwoordig zijn de windturbines met vaste fundatie beperkt tot een diepte van 60 meter of minder. Met drijvende turbines zouden we het bereik van offshore windenergie drastisch kunnen uitbreiden naar gebieden met waterdiepten van 60 meter of meer.”
Volgens het National Renewable Energy Lab (NREL) zou de introductie van drijvende turbines het potentieel van Amerikaanse offshore windenergiebronnen drastisch vergroten tot meer dan 7.000 TWhs per jaar, bijna het dubbele van het totale jaarlijkse Amerikaanse energieverbruik van 4.000 TWh.
ATLANTIS-programma van ARPA-E
De drijvende windturbine maakt onderdeel uit van een tweejarig project met een waarde van 4 miljoen US dollars via het ATLANTIS-programma van ARPA-E (Advanced Research Projects Agency-Energy). Het ATLANTIS (Aerodynamic Turbines Lighter and Afloat with Nautical Technologies and Integrated Servo-control) programma heeft als doelstelling het versnellen van de ontwikkeling van nieuwe technologieën om de toekomst van drijvende windenergie op zee te bevorderen. Het programma moedigt de toepassing van control co-design (CCD) -methodologieën aan die alle relevante technische disciplines aan het begin van het ontwerpproces integreren, met feedbackcontrole en dynamische interactieprincipes als de belangrijkste drijfveren van het ontwerp.
Category: Drijvende windenergie, Wereldwijd, Windmolens