Klimaatdoelen ver uit het zicht – zo snel mogelijk effectieve overheidsmaatregelen nodig

| 25 oktober 2024

De kans is heel erg klein dat Nederland het wettelijk doel van 55% CO2-emissiereductie in 2030 ten opzichte van 1990 wordt gehaald. Het kabinet moet zo snel mogelijk effectieve maatregelen nemen om alsnog deze doelstelling maar ook andere klimaatdoelen te halen. Dit staat in de Klimaatbeschouwing 2024 van de Afdeling advisering van de Raad van State.

De Afdeling advisering toetst sinds 2019 jaarlijks het klimaatbeleid van de regering en schrijft daar een beschouwing over. Zij doet dat mede in het licht van de cijfers die het Planbureau voor de leefomgeving (PBL) in de jaarlijkse klimaat- en energieverkenning (KEV) heeft gepresenteerd. Uit de beschouwing van het concept van de Klimaatnota blijkt dat Nederland nog ver weg is van het behalen van de klimaatdoelen. De ramingen van het PBL laten ten opzichte van vorig jaar zelfs achteruitgang zien. De KEV van dit jaar acht dat er minder dan 5% kans is dat de klimaatdoelen worden gerealiseerd.

Niet snel genoeg

De Afdeling advisering concludeert dat in veel sectoren de ontwikkelingen niet snel genoeg gaan. In de industrie verloopt bijvoorbeeld de maatwerkaanpak te traag. De landbouwsector blijft onverminderd problematisch waar het gaat om het halen van de klimaatdoelen. In de elektriciteitssector lijkt de ambitie van klimaatneutraliteit in 2035 onhaalbaar. Ook is de kans klein dat Nederland de verwachte bijdrage van minimaal 39% aan het aandeel hernieuwbare energie in het totale Europese verbruik zal halen. Waar het gaat om de (Europese) doelen voor energiebesparing ligt Nederland evenmin op koers om de doelen te halen. Ook op het vlak hernieuwbare energie en energiebesparing moet er dus versnelling plaatsvinden.

Klimaatneutraliteit in elektriciteitssector in 2035 niet in zicht

Volgens de concept-Klimaatnota is het streven erop gericht om in de elektriciteitssector in 2035 klimaatneutraliteit te behalen. De ramingen in de KEV laten zien dat deze doelstelling ver buiten bereik blijft. Er ligt voor deze sector dus nog een flinke opgave om dit doel alsnog binnen bereik te brengen.

Voor een klimaatneutrale elektriciteitssector is het onontkoombaar dat de ontwikkeling van hernieuwbare energie wordt opgeschaald. Het vinden van nieuwe zoekgebieden voor wind op land verloopt op dit moment echter moeizaam, onder meer door onzekerheid over hoe nieuwe landelijke windturbinenormen zullen komen te luiden. Ook sluit de passage in het regeerprogramma dat windturbines zoveel mogelijk op zee moeten komen niet goed aan bij de omvang van de opgave voor hernieuwbare energie, die noopt tot zowel extra wind op zee als extra wind op land. De Afdeling adviseert hierover de nodige duidelijkheid te creëren.

De verdere ontwikkeling van wind op zee is met onzekerheden omgeven. Zo is er in toenemende mate druk op het gebruik van de Noordzee. In de concept-Klimaatnota wordt opgemerkt dat er, naast voor windparken, ook plaats moet zijn voor visserijactiviteiten, scheepvaartroutes, aanwezigheid van maritiem erfgoed, gaswinning, CO2-opslag en militaire oefeningen. Verder moeten infrastructurele voorzieningen een plek krijgen.

Daarnaast is in het regeerprogramma vermeld dat bij het inpassen van nieuwe windenergiegebieden eerst zal moeten worden gekeken naar ruimte voor de visserij. Bij dit alles moet ook rekening worden gehouden met veiligheidsaspecten en potentieel nadelige gevolgen voor de natuur. Al deze belangen moeten worden betrokken bij de besluitvorming over ruimtelijke inrichting van de Noordzee en de ontwikkeling van wind op zee. Het is zaak om duidelijke regie te voeren om alle bestaande en voorgenomen nieuwe ontwikkelingen op de Noordzee in goede banen te leiden, zonder dat dit afbreuk doet aan de ambitie om zodanig te investeren in wind op zee dat de klimaatdoelen kunnen worden gehaald.

In de concept-Klimaatnota is vermeld dat met de huidige planning wordt verwacht dat rond 2032 de volledige 21 GW aan windenergie, die gepland is binnen de huidige routekaart voor wind op zee, zal zijn gerealiseerd. Daarna zijn de streefdoelen voor 2040 en 2050 respectievelijk 50 GW en 70 GW. Vermeld is echter ook dat bij de concrete uitwerking van de ontwikkeling van wind op zee rekening zal moeten worden gehouden met uitdagingen in de uitvoering, zoals krapte in de toeleveringsketen of tegenvallende vraagontwikkeling. Gelet ook op de hiervoor gemaakte opmerkingen doet dit de vraag rijzen hoe deze ambitieuze planning zal worden waargemaakt. De Afdeling adviseert meer inzicht hierin te geven.

Netcongestie

Netcongestie vormt een belangrijk knelpunt in de structurele verduurzaming van vraag en aanbod. Elektrificatie is voor veel kleine en grote verbruikers de meest doelmatige en soms zelfs de enige verduurzamingsroute. De aanpak hiervan moet absolute prioriteit hebben bij het verder vormgeven van het kabinetsbeleid op klimaatgebied.

Alternatief beleid

De Afdeling advisering ziet aanzienlijke risico’s voor het behalen van de klimaatdoelen door de gemaakte keuzes in de concept-Klimaatnota in samenhang met het regeerprogramma. Zo is besloten tot uitstel of afstel van een aantal maatregelen van het vorige kabinet, wordt gekozen voor een beperking van ruimte voor wind op zee en op land en wordt een aantal subsidies afgeschaft of verminderd. Het kabinet erkent dat het niet waarschijnlijk is dat de bestaande klimaatdoelen kunnen worden gerealiseerd met het huidige beleid en heeft aangekondigd dat er in het voorjaar alternatief beleid zal worden gepresenteerd. Toch is het onzeker of dat toereikend zal zijn en op tijd zal komen om de doelstellingen voor 2030 te halen. Ook signaleert de Afdeling advisering op basis van de gegevens van het PBL dat er nog onvoldoende Europees en nationaal beleid is dat past bij de benodigde grote emissiereductie richting 2040. Lees het volledige rapport op de website van de Raad van State

Tags: , , , , ,

Category: Windenergie

Reacties zijn gesloten.