Vestas voorkeursleverancier voor twee offshore windparken in de VS
Empire Offshore Wind, een joint venture tussen het Noorse energiebedrijf Equinor en BP, heeft Vestas gekozen als voorkeursleverancier voor de geplande offshore windparken Empire Wind 1 en 2 met een gezamenlijk vermogen van 2.070 MW. De beoogde offshore windturbine is de door Vestas in het voorjaar 2021 aangekondigde V236-15.0 MW met 15 MW vermogen en 236 m rotordiameter.
De locaties van de twee Empire Wind windparken liggen naast elkaar op ca. 25 – 50 km afstand van de oostkust van Long Island in de staat New York. Gepland zijn 138 V236-15.0 MW windturbines.
De VS wil 2030 over 30 GW offshore windenergie beschikken. De Empire Wind projecten leveren een belangrijke bijdrage aan deze doelstelling. De staat New York heeft een eigen doelstelling van 9 GW offshore windenergie in 2035. Ook in relatie tot deze doelstelling zijn deze projecten van grote betekenis.
Als voorkeursleverancier heeft Vestas de intentie om het aandeel van lokale productie zo groot mogelijk te maken. Vestas is van plan gebruik te maken van een mastenfabriek dat in de haven van Albany zal worden gebouwd. Naar aanleiding van een strategische alliantie tussen de Belgische producent van windturbinemasten, Smulders, en een lokale joint venture van de mastenproducenten Marmen (VS) en Welcon (Denemarken) ontstond bij Marmen/Welcon het plan een mastenfabriek te bouwen.
Vestas is verder van plan de sterk verbeterde faciliteiten voor opslag, assemblage en installatie support voor offshore windenergie in de South Brooklyn Marine Terminal gebruiken. Door haar langdurige Noord – Amerikaanse activiteiten op het gebied van onshore windenergie heeft Vestas een uitgebreid samenwerkingsnetwerk ontwikkeld met meer dan 1.000 toeleveranciers. Dit netwerk zal worden uitgebreid met leveranciers die voor offshore windenergie relevante producten en diensten kunnen leveren. Bron: Vestas
Category: Wereldwijd, Windmolens