Commissie m.e.r. geeft advies extra windenergiegebieden Noordzee
De Commissie voor de milieueffectrapportage (m.e.r) is gevraagd door de minister van Infrastructuur en Waterstaat om het milieueffectrapport voor het aanwijzen van nieuwe windparken in de extra windenergiegebieden te beoordelen. Het milieueffectrapport geeft de milieueffecten goed weer volgens de commissie.
De Nederlandse overheid wil op de Noordzee 10 gigawatt extra windenergie opwekken om in 2030 55% minder CO2 uit te stoten ten opzichte van 1990. De nieuwe windenergiegebieden, waarvoor het milieueffectrapport is opgesteld, komen bovenop de al bestaande windenergieplannen. Ook is er aanvullend 0,7 GW nodig om de eerder gestelde doelstelling van 49% CO2-reductie in 2030 te halen.
Het rapport biedt de minister van Infrastructuur en Waterstaat milieu-informatie om nieuwe windenergiegebieden aan te wijzen. In een later stadium worden de milieugevolgen per project gedetailleerd in beeld gebracht.
In het MER zijn de (grensoverschrijdende) gevolgen in beeld gebracht. Dit is gedaan per zoekgebied en in cumulatie. Hoewel de opdracht is om 10 GW extra windenergie te realiseren is onderzocht wat de effecten zijn als de zoekgebieden maximaal worden ingevuld (in totaliteit dus 16 GW + 0,7 GW vanuit Hollandse Kust West). Daarnaast is ook gekeken naar varianten met 10,7 GW en 12,7 GW.
Volgens MER beschriift het milieueffectrapport helder welke gebieden in de Noordzee niet geschikt zijn voor de windenergieopgave of niet voor 2030 gerealiseerd kunnen worden. De milieugevolgen van de kansrijke gebieden zijn vervolgens op hoofdlijnen goed in beeld gebracht, ook in cumulatie (alle gebieden bij elkaar).
Het advies
De Commissie geeft op een aantal punten advies mee om in de vervolgonderzoeken te bekijken.
Vogels
Voor trekvogels en zeevogels zijn van de relevante soorten aanvaringslachtofferberekeningen gemaakt en is ook verlies van leefgebied berekend en vertaald naar populatieverlies. De cumulatieve effecten zijn afgezet tegen een aantal normen, waaronder de Accepted Levels of Impact (ALI). Geconcludeerd wordt dat voor aanvaringsslachtoffers onder trekvogels de werknorm ALI nergens wordt overschreden. Onder zeevogels wordt de werknorm (ALI) wel overschreden bij de zilvermeeuw en jan-van-gent als 16,7 GW wordt gerealiseerd, en ook als de bestaande windparken en de uitvoering van Routekaart 2030 worden meegerekend. Bij de grote mantelmeeuw en drieteenmeeuw wordt de werknorm (ALI) overschreden als 16,7 GW wordt gerealiseerd. De Commissie adviseert om te bekijken of er maatregelen mogelijk zijn om de populatie zilvermeeuwen te versterken.
Onderwaterleven
Met de aanleg van windparken wordt hard substraat geïntroduceerd in de Noordzee en vinden veranderingen plaats in het ruimtelijk gebruik, waardoor bodemberoering in sommige delen (wegens visserijvrije zones in windparken) kan verminderen, of elders kan toenemen. De Commissie beveelt aan om bij de toetsing gebruik te maken van de Benthische Indicator Soorten Index (BISI)19 waarmee veranderingen in bodemfauna inzichtelijk gemaakt kunnen worden.
Scheepvaart veiligheid
In het MER is aangegeven dat gedetailleerder onderzoek plaatsvindt bij de kavelbesluiten. De Commissie wijst er op dat het van belang is om ook bij deze kavelbesluiten cumulatieve effecten op de scheepvaartveiligheid nader te onderzoeken. In 2019 is dit voor de toen aangewezen windgebieden uitgevoerd en gerapporteerd door MARIN in de studie Wind op Zee 2030. De Commissie beveelt aan om deze studie in de komende tijd te actualiseren door de nu aangewezen gebieden en beschikbare resultaten van MoSWoZ in deze analyse te betrekken.
Lees hier het volledige advies. Eerder heeft de Commissie al advies gegeven over het MER bij het Nationaal Water Programma 2022- 2027, met daarin het Ontwerp Programma Noordzee 2022 – 2027.
Bron: Commissie m.e.r.
Category: Windenergie