Windparken 15% duurder in 2008
Als we de kosten van vervuiling meetellen is windenergie op land, na waterkracht, al veruit de goedkoopste stroombron. Maar die vermeden maatschappelijke kosten en bijvoorbeeld de macro-economische voordelen van een vaste en voorspelbare kWh-prijs gedurende de 15-20 jarige levensduur van een windpark *, komen niet tot uitdrukking in de marktprijs van windstroom.
Daarom heeft windenergie meestal nog steun nodig. Slechts in een paar windrijke landen zoals Nieuw Zeeland, in Turkije en op Aruba kan het zonder. Maar dat duurt niet lang meer. In 2008 was windenergie zelfs zonder subsidie al enige tijd de goedkoopste optie. Een maal per jaar wordt de stand van de strijd tussen fossiel, atoom en wind opgemaakt door de economieredactie van het tijdschrift Windpower Monthly **.
Bij de vergelijking van de opties kolen, gas, atoom en wind wordt steeds uitgegaan van 8% rente op geïnvesteerd kapitaal en CO2-rechten van 30 Euro per ton. Er is geen rekening gehouden met kosten voor reservecapaciteit (netbalancering). ***
Wind op land
Voor de bepaling van de opwekkosten per kWh in 2008 werd 3.600 MW aan gerealiseerde windparken over de hele wereld geïnventariseerd. De turbinekosten liepen in 2008 geleidelijk op door hogere prijzen van energie en grondstoffen en een aanhoudend hoge vraag. Gemiddels werd 1.100 Euro per kW betaald. De totale projectkosten bedroegen gemiddeld 1.502 Euro per kW, 15% meer dan in 2007. Door dalende vraag en dalende energie- en grondstofprijzen lijkt het redelijk te verwachten dat de prijzen weer zullen dalen. (ECN rekent voor de SDE-2009 met 1.325 Euro per kW). De kWh-prijs varieert bij projectkosten van 1.300 Euro per kW van maximaal 10,5 Eurocent per kWh bij een jaargemiddelde windsnelheid op ashoogte van 6 m/s tot 4,5 Eurocent per kWh bij 10 m/s. Bij 1.700,- Euro per kW liggen die kosten 1 cent per kWh hoger. 2% daling of stijging van de rente scheelt ook 1 cent per kWh.
Offshore
Voor offshore zijn nog maar weinig praktijkgegevens bekend, maar de indicaties wijzen op 3.000,- – 4.000 Euro per kW voor een volledig geïnstalleerd park, inclusief aansluiting. De kWh-prijs varieert bij 3.000 per kW van 10 cent bij 10 m/s tot 14,5 cent bij 7,8 m/s. Offshore is in nagenoeg alle situaties (veruit) de duurste. Alleen de duurste variant van kolenstroom kan door ofshore geklopt worden op windrijke locaties met meer dan 9,5 m/s.
Atoom
De kosten voor atoomstroom zijn ook vrij onduidelijk omdat afgegaan moet worden op opgaven van de industrie. In de praktijk blijken de kosten tijdens de zeer lange bouwtijd steeds weer op te lopen. Windpower zet atoom echter neer als goedkoopste bron omdat er nauwelijks CO2 bij vrijkomt en noteert een range in de prijs van 4,5 – 8,5 Eurocent per kWh. Bij 6,5 m/s of meer kan wind bij 1.300 Euro per kW goedkoper dan de duurste atoomstroom leveren. Maar de prijs van de goedkoopste atoomstroom (4,5) is voor wind nog bij geen enkele windsnelheid haalbaar.
Gas en kolen
Met gas geproduceerde stroom (4,5 – 9 cent/kWh) is even duur of iets duurder dan atoomstroom en kolen is sinds kort duurder dan gas, vooral door de hoge kosten voor CO2 -uitstoot. Windenergie op land is nu altijd goedkoper dan kolenstroom in haar duurste variant (12 cent/kWh) en wind is bij 1.300 Euro per kW al vanaf 6,8 m/s goedkoper dan kolenstroom in de goedkoopste versie. Pricewaterhouse Coopers kwam onlangs tot vergelijkbare conclusies, zie hieronder bij PWC.
Wind wint
In de herfst van 2008 waren de prijzen voor fossiele stroom door de stijgende olieprijs zover gestegen dat windenergie goedkoper werd dan opgewekt met kolen en gas. Maar de financiële en economische crises maakte daar een eind aan. Er zijn weinig mensen die er aan twijfelen dat die gunstige positie voor wind zeer binnenkort weer zal aanbreken. Er is overigens ook een aspect in de crises dat relatief gunstig is voor windenergie. De tendens naar een lager renteniveau heeft voor windenergie (en atoom) door het kapitaalintensieve karakter veel gunstiger effecten dan voor fossiele energietechnieken.
Windpower Monthly berekende dat bij een rentedaling van 2% de opwekkosten voor wind met 12 % dalen en voor kolencentrales met maar 5%. Peak-oil vond volgens vele deskundigen plaats in 2008. Dat betekent dus dat zodra het economische klimaat weer aantrekt, de olieprijs tot ongekende hoogte zal oplopen omdat het aanbod de vraag niet meer kan volgen. Het I.E.A voorspelt 100 Dollar per vat in 2010 met aanhoudend stijgende tendens daarna. Geen wonder dat menig energiebedrijf en investeerder wind nog steeds als de beste optie ziet. *
Het risico van fluctuerende en onvoorspelbare brandstofkosten, zoals bij kolen en gas gestookte centrales is in 2003, dus voor de huidige crises met nog sterker fluctuerende prijzen, berekend door de begin 2007 overleden econoom Shimon Awerbuch van de Sussex Universiteit. Hij kwam op extra kosten van 1 cent per kWh voor een gasgestookte centrale.
Voor windenergie begrootte hij de voordelen van een vaste kWh-prijs op 25% van de investeringskosten. ** Auteur David Millborrow : “De media schrijven over de kosten van de groene energierevolutie maar zij zouden moeten berichten over de besparingen die dat oplevert”. *** Reservecapaciteit voor netbalancering van windvermogen speelt pas bij veel meer dan het huidige aandeel in het vermogen een rol.
Bij een aandeel van 40% wind zouden volgens de Britse nethbeheerder de balanceringskosten de windkosten 6% hoger maken. Voor elke nieuwe kerncentrale van 1.800 MW wordt geschat dat er jaarlijks 150 miljoen Pond aan reservecapaciteit moet worden besteed. (gegevens uit Windpower Monthly, janari 2009)
Category: Kosten en Baten